Op zondagmorgen 7 juni 2009 om kwart voor vijf ging de deur van het Heemhuis open en heerste bij de allereerste deelnemers aan de zeer vroege vogeltocht de vraag wie er nog meer de wekker had gezet én gehoord. Er kwamen dertien ‘vroege vogels’ opdagen.
De plaatsen in de auto’s waren snel verdeeld en om goed kwart over vijf stonden we juist over de grens bij Groot Bedaf aan de rand van Landgoed ‘De Schrieken’.‘Amalia’ kreeg toestemming van de eigenaresse om hier naar de vogels te komen luisteren en van het prachtige park met de omliggende vijvers, lanen en bossen te komen genieten.
Dat hebben we met volle teugen gedaan.
Romantisch
Goed en wel op weg, pikten we een romantisch paadje op dat langs een langgerekte vijver liep. Dat water werd als maar breder en de eilandjes die er in lagen, zorgden voor mooie doorkijkjes. De rododendrons waren nog net niet uitgebloeid. Zware bomen hingen gevaarlijk ver over het water. Tegen de oevers bloeiden talloze gele lissen en troffen we een paar grote bossen indrukwekkende koningsvarens aan. Prachtig!
Om de bewoners niet te storen, werden we stil toen we de waterpartij verlieten en oog in oog kwamen met het oude landhuis, het koetshuis, een oud boerderijtje. Na nog een bocht in het pad kregen we zicht op het fraaie kasteeltje, gelegen aan grote grasvelden en bijna even grote vijvers. Groepen hoge bomen maakten het beeld compleet.
Vandaar trokken we in de richting van de grens. Die is heel goed te herkennen aan de loop van een beek (de Poppelse Leij) en strak daarnaast een schitterend smal laantje.
Een oude beuk ‘vertelde’ met de sporen in zijn stam dat tijdens WO I een soldaat, die grensbewaker was, een fraaie Duitse adelaar in zijn bast sneed.
Het weer werd steeds beter en op een bepaald moment streek vanuit een zijpad het vroege licht van de zon dwars over ons pad. Via een doolhof van slingerende paden, omgeven met gevarieerde beplanting, kwamen we op een open plek waar een gebouwtje in Chinese stijl stond. Ook hier troffen we weer een rijkdom aan bomen aan. Na nog wat kronkels bereikten we de zeer lange oprijlaan die in de volle lengte door het landgoed loopt. Die volgend, vonden we de lange vijver terug en de uitgang van het landgoed.
Wij hebben onze ogen uitgekeken naar zoveel moois.
Geen benul
Natuurlijk merkten we ook dat het om een vogeltocht ging. We luisterden aandachtig naar de zang van de zwartkop met zijn heldere fluittonen, het stevige liedje van ‘klein Jaoneke’ (de winterkoning), de herhaalde vinkenslag en het eenvoudige getjiftjaf van de tjiftjaf.
We observeerden in spanning een ree die verder op het pad dacht alleen te zijn en een halfwas haas die er ook geen benul van had dat wij hem wel in de gaten hadden en hij ons niet. Er was aandacht voor de bedrijvigheid op en rond een bosmierennest en we zagen hoe de boompieper vanaf zijn zangpost opsteeg en juichend als een parachuutje weer daalde. De parelende zang van de roodborst, het hoge deuntje van de zwarte mees, de roekoe van de houtduiven en wat drukdoenerij van een clubje gaaien maakte de vogeltocht compleet.
De zondagmorgen werd helemaal goed toen ‘Amalia’ op de Veldbraakhoeve trakteerde op een goed bakje koffie.
Het was meer dan de moeite om voor zoveel moois erg vroeg uit de veren te komen.