Dinsdagavond 17 januari bracht Rien Vermaire uit Hilvarenbeek voor een geheel gevulde aula van het Cultureel Centrum Baarle een werkelijk prachtige lezing over vroeger. Hoofdonderwerp was het destijds aan huis slachten van de vetgemeste varkens. Daarnaast kwam ook regelmatig zijn familie langs. Het was een feest van herkenning voor velen van de aanwezigen.
Rien is ook tonprater geweest. Zo is hij enkele keren kampioen geworden en heeft hij zelfs opgetreden op Curacao met de vermaarde tonprater Pierre Knoops. Constant vertelde hij in onvervalst dialect over o.a. het vroeger vetmesten van het varken op de boerderij. Het varken was de afvalbak: alle etensrestjes werden aan het varken gegeven.
Rien vond het heel zielig als pa vertelde dat het varken geslacht zou gaan worden. Het was immers zijn troeteldier geworden. Het aan huis slachten gebeurt al lang niet meer. De diepvries, de supermarkten en een veel strengere wetgeving maakten het overbodig en onmogelijk.
Als de slager aan huis kwam moest er voldoende kokend water zijn om de haren te kunnen afschrapen. Het mocht niet te heet en niet te koud zijn. Er moest eerst een slachtvergunning worden aangevraagd en het varken moest voor de slacht en ook daarna nog gekeurd worden.
Na de keuring mocht het pas in stukken worden gesneden. Praktisch alles werd op een of andere manier verder bereid. Alleen de stront en de galblaas werden weggegooid.
Van de blaas werd de rommelpot oftewel de foekepot gemaakt. Wekken, zouten, in de Keulse pot doen, hammen roken ergens in de schouw, bloedworst, zult en gewone worst maken hoorde er dan bij. Rien had ook nog een oplossing voor kalende mensen: als je zult lang genoeg laat liggen komen er vanzelf haartjes op. Dus alle kalende mensen zult op hun hoofd smeren, lang laten zitten en het haar komt vanzelf. Hij adviseerde André Moors om dit ook eens uit te proberen.
In de pauze werd voor de aanwezigen geheel in lijn met het onderwerp roggebrood met zult en katenspek. Daar werd goed van gesmuld!
Ook vroeger thuis kwam ter sprake. Pa kwam uit Zeeland, zijn moeder uit Brabant: de ene protestant, de andere katholiek. Toen was nog het gezegde: “twee geloven op een kussen, daar slaapt de duivel tussen”. Het had best een aantal jaren geduurd voor dit “probleem” was opgelost.
De plonsplee, de geit vertuien, stiekem de wekfles met kersen openmaken en er wat van eten (“ons moeder merkt dat toch niet, maar wel als er schimmel op de overgebleven kersen begon te komen”); het kwam allemaal ter sprake. Ook is Rien een meester in woordspelingen en speciale zinnen “Ik zat laatst op de tribune bij Willem II en er zat nog iemand naast mij, dan waren er in ieder geval twee supporters. Bij een overtreding zei de buurman: “Dat is goed bekeken van de scheidsrechter, hij kon het echt niet zien”.
Kortom: een avond van herkenning, gewoon genieten en lachen.
Zie de foto’s voor een verdere impressie van deze avond met dank aan fotograaf van dienst André Moors.
Een goed gevulde zaal.
Rien is tonpraoter en dat was te merken.
Ja, we hebben veul gelaache!
Rien op klompen.
Zo werd het varken geslacht op een leer.
Lekkere hapjes van het varken in de pauze.
En natuurlijk eens lekker bij praten over het feest der herkenning: het ouwe vèrreke.
Ook in pauze was het leuk!
De bekende varkensblazen ontbraken niet.
Dikke pret.
Hoe zou dat zitten met die rommelpot en die varkensblaas? Tiest wil het precies weten.
Een lekker pilske met de laatste zult!
Rien heeft ons echt goed vermaakt, bedankt!