Deze website gebruikt cookies. Accepteer de cookies als u alle functionaliteiten van deze website wilt gebruiken.

Merkwaardigheden (60)

         ANTOON VAN TUIJL

ROGGERENTJES: ‘OMMETJE SCHIETBERG’

Levende herinnering
Belasting betalen is een eeuwenoude last. Tijdenlang gebeurde dat in natura. De meeste mensen waren landbouwer en voldeden dus aan hun verplichting door het afstaan van een deel van hun oogst.
Het gewone volk betaalde belasting aan de wereldlijke en kerkelijke overheden. Er was ook een speciale belasting ten gunste van de armen.

01.

Omtrent 1840 kregen mensen in Baarle de gelegenheid hun armenbelasting om te zetten van ‘in natura’ naar een geldbedrag, behorend tot een boerderij of een bepaald stuk grond. Er waren boeren die hun schuld ineens afkochten. Anderen tekenden voor een bepaalde schuld waarover jaarlijks rente betaald werd. Geld voor rogge, dus roggerente.
Meer dan 160 jaar lang betaalden enkele Baarlenaren jaarlijks een klein bedrag (nauwelijks € 10,- in totaal) als ‘Roggerentjes’ aan de gemeente Baarle- Nassau.
In september 2006 schafte de gemeente uit praktische overwegingen dit historisch overblijfsel van de vroegere armenzorg af.

Om de herinnering aan deze oude traditie toch levend te houden, heeft Heemkundekring ‘Amalia van Solms’ in samenspraak met de gemeente een ‘Roggerentjes-Nieuwe-Stijl’ bedacht.
Die houdt in dat ‘Amalia’ jaarlijks aan de gemeente Baarle-Nassau een idee, een plan, een wens of een suggestie van cultuurhistorische en/of landschappelijke en/of recreatieve aard zal voorleggen. Het doel is een stukje Baarle te behouden, te herstellen, te verfraaien en onder de aandacht te brengen. Dit sluit naadloos aan op een van de doelstellingen van ‘Amalia’, die zorg voor en verbetering van ons heem nastreeft. De ‘Roggerentjes’ waren er ten behoeve van de gewone mensen. Dat geldt ook voor de ideeën die de heemkundekring inbrengt.

ROGGERENTJES 2009
 
Voorspel

02.

Eind 2008, begin 2009 legde de gemeente Baarle-Nassau haar Ontwerp Bestemmingsplan Buitengebied ter inzage. Daarmee kregen groeperingen en individuele personen gelegenheid om zienswijzen in te dienen. Onze heemkundekring maakte daarvan gebruik. Wij vroegen vooral aandacht voor een aantal plaatsen in ons buitengebied met cultuurhistorische, natuurhistorische, aardkundige en/of  landschappelijke waarden. Daarvoor bepleitten wij speciale bescherming, omdat het gaat om waarden die naar onze inzichten niet verloren mogen gaan.

In een gesprek met de verantwoordelijke wethouder en de ambtenaar, belast met het bestemmingsplan, kregen wij gelegenheid een aantal ingebrachte zaken nader toe te lichten. Het werd ons duidelijk dat er bij de gemeente groeiende belangstelling bestaat voor het erfgoed waarvoor wij in onze zienswijzen aandacht vroegen. Tijdens dit gesprek kwam de vraag ter sprake of en hoe er ‘iets’ met de Schietberg gedaan zou kunnen worden.
Goede vraag! Als de gemeente, in samenwerking met ‘Amalia’ wil werken aan dit cultuurhistorische monument, dan zullen we eerst op zoek moeten naar de geschiedenis ervan. Déze taak heeft ‘Amalia’ op zich genomen in het kader van ‘Roggerentjes 2009’. Het uitpluizen van de geschiedenis kostte nogal wat tijd. Daarom duurt het tot even in 2010 voordat we onze ‘Roggerentjes 2009’ kunnen aanbieden.

We weten dat de Schietberg al sinds mensenheugenis niet meer als zodanig gebruikt wordt. Bij navraag blijkt dat er nog wel oudere Baarlenaren zijn die weet hebben van een schietvereniging, welke actief was rond de Schietberg. De vereniging bestaat echter al heel lang niet meer en we kunnen ook geen mensen vinden die ooit lid geweest zijn.
De gemeente beschikt over enkele gegevens, afkomstig van nazaten van Simon Slockers en/of Abel Slockers. Zo weten we dat er grond gekocht is ten behoeve van de vereniging en dat er officiële statuten opgesteld zijn.
Dat geeft enig houvast, mits we een beroep kunnen doen op deskundigen. Die vinden we bij Notariskantoor Bolscher. Dit kantoor sponsort onze vereniging niet alleen, maar is ook bereid opzoekwerk voor ons uit te voeren.
Wij ontvangen precies waar we om vragen: kopieën van de betreffende koopaktes met kadasterkaartjes en de statuten van de schietvereniging. Nu zijn we op weg.
 
Plaatsbepaling

Het bosgebied ’t Goordonk, gelegen tussen de Oude Bredasebaan, de Fransebaan en de Baarleseweg wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van een aantal verspreid liggende stuifheuveltjes met soms een vrij sterk reliëf. Het hele terrein is tegen het eind van de negentiende eeuw beplant met dennenbos, waarin zich in de loop van de jaren hier en daar wat loofhout heeft ontwikkeld. In dit terrein ligt de Schietberg.
In de naoorlogse jaren begint een van de grondeigenaren, de heer Klaasen, met de bouw van enkele kleine vakantiewoningen. ( NB. Het inmiddels landelijk bekende ‘Boshuisje’, waarin de dichteres Sonja Prins tot op hoge leeftijd woonde, is een van die allereerste optrekjes). Dat werd het begin van een versnippering van het gebied. Er werd en aantal percelen verkocht voor de bouw van villa’s. Andere eigendommen werden verdeeld door erfenis. In de jaren zeventig van de vorige eeuw werd een verdere bebouwing van het bosgebied tegengehouden onder druk van veranderende inzichten ten aanzien van natuur en landschap.
Zo bleef een aanmerkelijk deel van ’t Goordonk als bosgebied behouden. Dit geldt ook voor dat deel waarin de Schietberg ligt.

Nieuwe eigenaar

Omtrent het jaar 1900 begint bij enkele Baarlenaren het idee te leven een vereniging op te richten welke tot doel heeft jonge mannen, die binnen afzienbare tijd opgeroepen kunnen worden voor hun militaire dienst, de kans te bieden zich in het schieten te bekwamen. Tevens kunnen afgezwaaide dienstplichtigen hun schietvaardigheid onderhouden wanneer zij lid worden van de nieuwe schietvereniging. Dit past in het streven de vrijwillige weerbaarheid onder de bevolking te bevorderen.

Baarlenaren die hun schouders willen zetten onder dit idee zijn o.a. Simon Slockers, Adrianus Dirven en Henricus de Bussel. Samen met een aantal medestanders richten zij de ‘Schietvereniging Oranje’ op. Die wordt bij Koninklijk Besluit van 4 augustus 1900 erkend. Dan worden namelijk de statuten van de nieuwe vereniging goedgekeurd en in de Staatscourant gepubliceerd.
Laten we eerst even een paar grepen doen uit die statuten. Daarin stuiten we op enkele merkwaardigheden.
Een deel van de doelstelling omschreven we eerder al. Oefenen tot weerbaarheid is het motto. De vereniging is namelijk niet bedoeld om uit liefhebberij wat te kunnen schieten. Nee, ze dient “ter verhooging van ’s lands weerbaarheid”. Niet alleen de boven al genoemde groepen kunnen meedoen, ook wie vrijgesteld is van militaire dienst kan er terecht.
De statuten vermelden ook dat zoveel mogelijk geschoten moet worden met militaire geweren. Schietoefeningen hebben plaats van 1 mei tot eind oktober en “tenminste een maal ’s weeks”.
Zeer merkwaardig is artikel 6, waarin we lezen dat “de vereniging is aangegaan voor den tijd van 29 jaren, te rekenen van den dag  der oprichting, zijnde 22 mei 1900”. Dat moet dus betekenen dat de vereniging ophoudt te bestaan op 22 mei 1929.
De statuten geven duidelijk aan wie er zeker géén lid kan zijn. Daarbij horen o.a. “zij die op eene niet eervolle wijze den militaire of schutterlijken dienst verlaten hebben”.
Artikel 11 geeft aan dat leden uit de vereniging gezet kunnen worden bij “het niet opvolgen van gegeven bevelen die in het belang van de oefeningen op het schietterrein gegeven worden, herhaalde dronkenschap, wangedrag en dergelijke”.
De contributie bedraagt fl. 1,20 per jaar.
Artikel 15 zegt dat het bestuur bestaat uit: “een president, een vice-president, een secretaris, een penningmeester en 8 commissarissen.
Een merkwaardige grondigheid blijkt uit artikel 18. Dat regelt het volgende. In de Algemene Jaarvergadering “wordt een commissie van 8 leden benoemd tot nazien van de rekening en verantwoording van den penningmeester”. Controle van acht man! Men wil er blijkbaar echt van overtuigd zijn dat de financiën kloppen.

Schietberg

De kersverse vereniging heeft goed geformuleerde doelstellingen en – naar we aannemen – leden die staan te popelen. Men wil schietoefeningen houden. Daarvoor is een veilige schietbaan nodig.
De familie Slockers weet raad. Simon en Abel hebben eigendommen midden in het bosgebied van het Goordonk. Gunstige bijkomstigheid is dat daarin een flinke stuifheuvel ligt die met wat aanpassingen heel goed dienst kan doen als kogelvanger. Je kunt de kogels van onervaren schutters tenslotte niet zomaar lukraak door het bos laten vliegen.
Zij zijn bereid een deel van hun terrein te verkopen om de vereniging vooruit te helpen. Enkele andere eigenaren van aanpalende percelen verklaren zich ook bereid tot verkoop van smalle stroken grond om de vereniging te voorzien van een schietbaan van voldoende lengte

Het kadaster te Breda schrijft op 25 april 1902 in deel 878 onder nummer 10 in het dagregister deel 92 onder nummer 1026 de volgende verkoop en koop in.
(Wij korten de tekst hier en daar wat in. Red.)
De ondergetekenden: 1. Simon Slockers, brievengaarder, wonende te Baarle-Nassau, 2. Adrianus Jacobus Martens, herbergier, wonende te Baarle-Nassau, 3. Maria Sophia van Gorp, weduwe van Cornelis Franciscus Martens, landbouwster, wonende te Baarle-Hertog (dan volgt uitvoerig dat zij optreedt namens haar minderjarige kinderen, Red.), 4. Jeanne Antonia Martens, landbouwster, wonende te Baarle-Hertog, 5. Joannes Petrus van den Ouweland, landbouwer, wonende te Baarle-Nassau, 6. Abel Slockers, winkelier, wonende te Baarle-Hertog, verklaren bij dezen dat zij onder vrijwaring als naar rechten te hebben verkocht aan de Schietvereniging “Oranje” te Baarle-Nassau, erkend bij Koninklijk Besluit van 4 augustus 1900 (Staatsblad no. 49) in deze vertegenwoordigd door de Heren Adrianus Dirven en Henricus Petrus Joannes de Bussel, respectievelijk voorzitter en secretaris van genoemde vereniging, beide wonende te Baarle-Nassau in hunne voornoemde kwaliteiten, verklaren in koop aan te nemen:
1. Ongeveer 22 aren heide (…volgt beschrijving van de ligging, enz.), 2. Ongeveer 7 aren heide (…), 3. ongeveer 1 aren vijftig centiaren heide (…), 4. ongeveer 7 aren heide (…).
De totale prijs voor deze vier kopen bedraagt 36 gulden en 80 centen. De akte vervolgt met:
Het verkochte zal dadelijk in gebruik en genot kunnen worden aanvaard.
Aldus gedaan en getekend te Baarle-Nassau, de twee en twintigsten april negentienhonderd en twee.
Dan volgen de ondertekeningen.

Meer zand

Over de werkzaamheden om de schietbaan en de kogelvanger (Schietberg) gebruiksklaar te maken, hebben we nauwelijks gegevens. Ouderen in de buurt weten dat de smalle strook ontdaan wordt van alle hindernissen en dat aan weerszijden van dat lange pad greppels gegraven worden. De natuurlijke heuvel waartegen de doelschijven moeten komen staan, vindt men blijkbaar niet hoog genoeg. Nu doet zich een merkwaardig feit voor. Men haalt geen ophoogzand uit de directe omgeving, waar het ene heuveltje naast het andere ligt. Mondelinge overlevering leert ons dat er vele karrenvrachten zand gehaald worden aan de overkant van de Bredaseweg, waar later het huis met de naam ‘Zandberg’ gebouwd wordt. Men deponeert het zand zodanig dat er een vrij steile helling ontstaat welke in een halve cirkel aan het eind van de schietbaan ligt. Kandidaat schutters moeten het hier nogal bont maken, willen hun kogels niet opgevangen worden in de zandhelling.

We weten weinig over het daadwerkelijk gebruik van de schietbaan. Dat is niet zo verwonderlijk als we bedenken dat de vereniging maar tot 1929 bestaan heeft. Er is geen Baarlenaar meer te vinden die meedeed aan de schietoefeningen of op andere wijze bij de vereniging betrokken was. Uit mondelinge overlevering weten we wel dat tijdens de schietoefeningen op de hoeken van de Goordonkse bossen rode vlaggen geplaatst werden om het publiek op afstand te houden.

Verder is er nog iets merkwaardigs. In het regionale archief treffen we een document aan dat betrekking heeft op de Schietberg. Het stamt uit 1933 en bevat een aanvraag om het schietterrein te huren voor de periode van een half jaar, te beginnen op 1 april. Het voorgestelde huurcontract is afkomstig van de ‘Commandant Landstormverband’ uit Breda en gericht aan burgemeester Mensen van Baarle-Nassau. De Landstormorganisatie is bereid een huurprijs van 25 gulden te betalen. Hier zit nu juist het merkwaardige: de gemeente ontvangt huurgeld voor het gebruik van een terrein dat helemaal niet van de gemeente is!

Laatste vraag  

Hiermee komen we aan de voorlopig laatste vraag waar een antwoord op zal moeten komen. In het Goordonk ligt een terrein, dat aangekocht is door een vereniging. Die vereniging bestaat al heel lang niet meer. Er zijn ook geen mensen meer die ooit lid waren. De statuten geven niet aan wat er met de eigendom moet gebeuren bij het einde van de vereniging. De gemeente heeft geen bewijzen dat zij ooit eigenaar geworden is. Wat blijft over? Schietbaan en Schietberg zijn van niemand! Je mag zeggen dat we hier met een wel heel merkwaardige zaak te maken hebben. Wat nu? De gemeente wil graag de Schietberg weer in herkenbare staat terugbrengen. Het is tenslotte een cultuurhistorisch monument en een begrip voor veel Baarlenaren. Op grond daarvan ondersteunt ‘Amalia’ dit idee van harte. Om de weg juridisch helemaal correct af te leggen, hebben we aan de notaris gevraagd waar de oplossing van het eigendomsrecht in zo’n situatie te vinden is. Zodra we daar uitsluitsel over hebben, kunnen er plannen uitgewerkt worden.

De Schietberg nu

Wie de weg weet, vindt de oude schietbaan vrij snel terug. Er ligt een lange rechte strook door het bos als een soort weggetje, dat van oorsprong kaarsrecht geweest moet zijn. Sinds op de belendende percelen huizen gebouwd en tuinen aangelegd werden, gaat de oude schietbaan wat schuil achter en onder overhangend groen.
Volg je de baan, dan merk je de lange periode van onbruik en verwaarlozing. Er heeft zich hier en daar houtopslag ontwikkeld langs de randen en de vroegere zijgreppels zijn niet meer terug te vinden. De eigenlijke Schietberg is als kogelvanger nauwelijks nog herkenbaar. Spelende kinderen, zwoegende mountainbikers en dampende trimmers hebben de top van de berg stelselmatig helpen eroderen. Massa’s zand gleden naar beneden, vlakten de heuveltop af  en vulden dat deel van de helling waar vroeger de schietschijven werden opgesteld. Een stevige boom op het hoogste deel van de heuvel vertelt ons ‘op hoge poten’ precies hoe hoog de Schietberg vroeger geweest moet zijn. Tot bij de knobbels, boven de plaats waar de steltwortels samenkomen, lag eerst het zand   

Wij hadden vooroverleg op het gemeentehuis om een allereerste idee voor herstel te bespreken. Het beste wat we daaruit kunnen melden is dat we eensgezind zijn over het feit dat met zo weinig mogelijk ingrepen toch de herkenbaarheid van dit Baarlese plekje hersteld kan worden. Wij zijn bereid hiervoor ideeën aan te dragen.

Deel van een ‘Ommetje’

Ons Roggerentjesidee 2009 is ruimer dan alleen een opknapbeurt voor de Schietberg. Deze laatste zou namelijk heel goed deel uit kunnen maken van een wandelrondje.
Zo’n rondje of ommetje is een bekend begrip in onze spreektaal; we doen even een ommetje om een frisse neus te halen, de hond uit te laten, onze gedachten tot rust te brengen, even uit te waaien, enz. De behoefte daaraan wordt alsmaar groter. Steeds meer mensen maken steeds regelmatiger van die korte wandelingen, vaak ook om gezondheidsredenen. (30 minuten per dag bewegen wordt sterk aanbevolen).
Tegelijk komt er ook steeds meer aandacht voor erfgoedzaken, voor cultuurhistorie, voor markante elementen in ons landschap.
Combineren we deze feiten, dan ligt een ons idee van een ommetje voor de hand.

De Nederlandse Provinciale Landschappen - die natuurgebieden aankopen en beheren en zich inzetten voor behoud en herstel van landschapselementen – hebben in 2004 het plan opgevat om sterk propaganda te gaan maken voor korte wandelingen vanuit de bebouwde kom door het buitengebied in de directe omgeving. Ook in België zet de vereniging ‘Trage Wegen’ zich hiervoor in. Zo’n wandeling moet een paar specifieke kenmerken hebben. Ze moet hoofdzakelijk over oude zandpaden voeren, langs een of meer cultuurhistorische bijzonderheden gaan en de wandelaar het buitengebied laten beleven. Zulke wandelroutes zijn ze ‘Ommetjes’ gaan noemen. Aan die voorwaarden kan het ‘Ommetje Schietberg’ dat wij in gedachten hebben heel aardig voldoen. Wij werkten ons idee uit om het aan het gemeentebestuur te kunnen presenteren als onze ‘Roggerentjeswens 2009’