Jammer van de matige opkomst maar voor degenen welke aanwezig waren bij de lezing op 23 november jongstleden had Antoon van Tuijl weer een passende lezing klaar. Voorzien met foto’s van de bekende fotografen Martien Coppens en Henri Berssenbrugge met nog wat andere foto’s uit ons eigen verenigingsarchief en daarbij een boeiend verhaal, vaak met eigen ervaringen en anekdotes, wist Antoon de luisteraar mee te nemen terug naar grootmoeders tijd.
En dat die tijd niet altijd even romantisch was zoals we vaak denken, is wel gebleken uit de getoonde foto’s. Deze waren vooral afkomstig uit het archief van Martien Coppens, een Nederlandse fotograaf geboren in Lieshout 1908 en leefde tot 1986 en voornamelijk bekend is geworden met foto’s van eenvoudige Brabantse boerenfamilies. Ook fotowerk van een zekere Berssenbrugge, een fotograaf die lange tijd in Goirle heeft gewoond. De man kwam van herkomst niet uit Brabant. Toch kreeg hij gevoel voor het Brabantse leven en wist dit haarfijn vast te leggen op de gevoelige plaat.
De fotoreeks begon met ’n foto van een boerin welke ’s morgens in alle vroegte de ketel boven het vuur opwarmde om koffie te kunnen maken zodat deze klaar stond als de man uit zijn bedstee kwam. Koffie was in die dagen onontbeerlijk, vroeg in de morgen gezet en in de middag was dit nog “vers van deze morgen”. Daarna begon de dag van hard werken.
Vooral de vrouwen hadden hun handen vol. Naast hun dagelijkse taken was daar nog het huishouden en die tijd waren er nog geen machines. Alles moest met de hand gebeuren. Zo ook de was met het overbekende wasbord en de Sunlight-zeep. Zo konden we op een foto de drogende was aan een waslijn zien hangen; lange en korte, witte onderbroeken maar ook “open rijtuigen”, waarvan Antoon nog een prachtig verhaal wist te vertellen. Nee, de dames hadden het druk in deze dagen en niet voor niets komt daar het gezegde vandaan “een vrouwenhand en een paardentand staan nooit stil”.
De mannen hadden dan weer hun werk op de boerderij en op het land. Lange dagen van noeste arbeid. Pensioen kende men niet en daarom werd tot op late leeftijd doorgewerkt. Maar toch namen de mensen in deze dagen ook hun rust. Er moest nog “gebuurt” worden ook, anders wist men niets. Allerlei oude ambachten passeerden de revue: de klompenmaker, wagenmaker, smid, een scharensliep en een boer bezig met het vlegeldorsen of het haren van de zeis. Zo ook een slager met zijn slachtoffer, een varken op zijn kop vastgebonden aan een ladder neergezet buiten tegen de muur van de schuur. In die dagen kon dat nog, nu is dit ondenkbaar. De slager kreeg dan als extraatje de gebakken hersens van zijn slachtoffer met een borreltje daarbij.
De reeks eindigde met wat foto’s van mensen die ’s avond rond de tafel zitten. De vrouwen altijd bezig, nu met hun handwerk, en de mannen vaak genietend van hun rookwaar want ook dat viel op. Vele foto’s lieten mannen zien met een pijp, sigaar of sigaret.
En alvorens de dag werd afgesloten en men de bedstee opzocht werd in ieder huisje dan nog het rozenhoedje gebeden wat leidde tot een eentonig geprevel, want de mensen waren moe.
We zagen foto’s van vermoeide mensen waarvan het gezicht door de noeste arbeid was getekend, maar toch een vredige indruk achterlieten. Zij berustten in hun armoede en harde werk en vonden het goed zo. Maar ook foto’s van mensen die een geheel andere indruk achterlieten. Die romantische dagen van toen betekenden immers ook veel armoede, kou en honger lijden, ziekte en verdriet door het verlies van hun kinderen. Ook deze mensen waren op foto’s getekend door hun dagelijkse kommer en kwel.
Daarom is de titel van deze lezing goed neergezet, die “goede oude BARRE tijd”. Antoon, bedankt voor je presentatie en verhaal. Zoals we van je gewend zijn was het ook deze keer weer keurig verzorgd!