Inleiding
Belasting betalen is zo oud als de tijden oud zijn. Machthebbers vroegen of eisten belastingen om in pracht en praal te kunnen leven en om hun oorlogen te bekostigen. De kerk vroeg bijdragen aan de mensen om haar geestelijke bedienaren een inkomen te verschaffen.
Een andere reden om gewone mensen lasten op te leggen, was het streven om de armen hun dagelijks brood te kunnen geven. De eeuwen door werd belasting betaald in natura. Toen waren bijna alle gewone mensen landbouwer. De meest logische vorm van belasting betalen, was dan ook de afdracht van een deel van de oogst. Men koos vaak voor rogge. Dat was het meest verbouwde gewas in onze streken. Bovendien was graan gemakkelijk te vervoeren en te bewaren.
Eeuwig
Over die belasting, betaald in rogge ten behoeve van de armen, willen wij het hier hebben. In Baarle bleef namelijk eeuwenlang een merkwaardige traditie bestaan omtrent deze belasting. In het boek ‘Baarle in Stukken’ – in 1992 uitgegeven ter gelegenheid van 1000 Jaar Baarle – wordt gesproken van ‘Eeuwige Roggerentjes’. Eeuwige zegt iets over de lange geschiedenis ervan en over de toekomstverwachting die men ervan had. Het valt ook op dat de term rente valt. Mensen erkennen blijkbaar dat er sprake is van een schuld en er wordt een omschakeling gemaakt van betalen in natura naar voldoen in geld.
Eeuwenoud
De oorsprong van deze vorm van roggebelasting is niet terug te vinden. De oudst bekende documenten die hier mee te maken hebben, stammen uit het begin van de achttiende eeuw. In de boekhouding uit jaren 1727 tot 1869 van het ‘Algemeen Armbestuur’ vinden we een mooi voorbeeld. Onder de Reuth treffen we de heffing aan van ‘een rente van één veertel koren en van één gulden en zes penningen, rustend op een huis en aanstede van ca. vier bunder, toebehorende aan Cornelis Laurijs Vincx’. Hij betaalt zijn roggerenten al vroeg in de achttiende eeuw. Deze belastingplicht gaat bij erfenis of verkoop van de eigendom over op de nieuwe eigenaar, in dit geval aan Bernaert Smeekens. Zijn weduwe verkoopt have en goed in 1758 aan Jan Luijcx en Anna Maria van Olmen. Dan wordt Jan Kuijlen eigenaar en na hem (in 1837) de kinderen van Cornelis van Reuth. Remigius van Reuth krijgt wéér later de hoeve in eigendom en na hem zijn kinderen. Die verkopen de hele boedel bij publieke veiling in 1876 aan Jacobus van Olmen. In 1911 tenslotte wordt Johannes van Olmen Jaczoon de bezitter. Al die tijd blijft de jaarlijkse roggerente één veertel koren in natura en één gulden en een paar centen in geld.
Afkoop
Het begint al in de achttiende, maar gebeurt in de negentiende en de twintigste eeuw steeds vaker, dat Baarlenaren deze belastingvorm afkopen. Zij betalen het armbestuur een bedrag ineens en zijn van de verdere lasten af. De andere grondeigenaren tekenen een schuldbekentenis. Zij verklaren daarmee in het krijt te staan bij het ‘Algemeen Armbestuur’ van Baarle-Nassau en –Hertog voor een bepaald bedrag en beloven daarover jaarlijks een rente te betalen van vier procent. Geld in plaats van rogge: roggerente! In oorsprong is de roggebelasting gebonden aan huis en grond. Dat heet een zakelijk recht. Vandaar dat elke nieuwe eigenaar belastingplichtig is. Na het afkopen met een schuldbekentenis, valt de roggerente onder het civiel recht, gebonden aan een persoon. Merkwaardig is nu, dat in een aantal gevallen schuld en renteplicht toch worden overgenomen bij de verkoop van boerderij en grond. Dat gaat soms drie tot vier nieuwe eigenaren op een rij door.
In de oude administratie van het armbestuur vinden we daarvan een mooi voorbeeld. Op de Eikelenbosch is aan het eind van de achttiende of begin negentiende eeuw ‘gelegen een huis en aanstede van ca. 538 roeden, afkomstig van de erfgenamen van Jan Cornelis Gillis’. Deze eigendom gaat over naar de kinderen van Peter van der Schoot en later (in 1837) naar de kinderen van Cornelis Geerts. De eigendom is belast met een rente van ‘zeven lopen (dat is één en driekwart veertel) koren’. Jan Baptist Geerts koopt deze roggerente af op 2 februari 1860. Hij tekent een schuldbekentenis van Fl. 98,- en belooft daarover jaarlijks een rente van vier procent te betalen aan het ‘Algemeen Armbestuur’. In 1894 wordt deze eigendom overgenomen door Jan Gillis van de Eikelenbosch. In 1910 koopt Cornelis Vermonden de hoeve en evenals zijn voorganger neemt ook hij de schuld en de renteverplichting over. Van 1910 tot en met 2005 betaalt de familie Vermonden de jaarlijkse roggerente; eerst Fl. 3,92 en vanaf 2001 € 1,78.
Administratie
Ook merkwaardig is het feit dat vanaf halverwege de negentiende eeuw de schuldbedragen gelijk blijven en het rentepercentage ook. Jaar na jaar komen die kleine rentebedragen in de kas van het ‘Algemeen Armbestuur’. Na de opheffing daarvan in 1965 – dan treedt immers de nieuwe Algemene Bijstandswet in werking – zijn alle rechten overgegaan op de gemeente Baarle-Nassau. Die blijft haar Roggerentjes jaarlijks innen, tot in 1987 een van de roggerentjesplichtigen vraagt om een voorstel tot beëindiging van dit vreemde gebruik. B en W en de ambtenaren van de afdeling financiën voelen daar wel voor. De administratie, het verzenden en innen van de rekeningen en de begrotingsrompslomp hiervan kosten een veelvoud van de nauwelijks Fl. 15,- die de gemeente per jaar binnenkrijgt. Alle vier de overgebleven roggerentjesplichtigen zijn bereid hun uitstaande schuld in één keer te voldoen. De gemeenteraad verzet zich echter tegen afschaffing. De vroede vaderen willen dit oude gebruik niet zomaar prijsgeven.
Waar gaat dit over?
Er komen nieuwe bestuurders en nieuwe ambtenaren. In een paar gevallen is er ook sprake van nieuwe eigenaren van de belaste goederen. Roggerentjes betalen? Waar gáát dit eigenlijk over? De belastingplichtigen vragen zich af waarvoor ze elk jaar € 3,19 aan de gemeente moeten betalen, of € 0,57. Roggerentjes? Nooit van gehoord. Ook de ambtenaren weten niet waar het over gaat en kunnen de vragen niet beantwoorden. In de zomer 2006 ligt er een nieuw ambtelijk voorstel klaar voor B en W. Het college wordt in overweging gegeven de vier nog bestaande schulden kwijt te schelden en de afdeling financiën te ontlasten van de jaarlijks terugkerende administratie met de zo minimale opbrengst. Wel wordt nu in een vroeg stadium de heemkundekring geraadpleegd en uitgenodigd om een originele vorm van symbolisch behoud van de Roggerentjes-traditie te bedenken. B en W heeft de kwijtscheldingen verleend. Vier Baarlese ‘hoeven met aansteden’ zijn hun schuld ‘aan de armen’ voor eens en voor altijd kwijt. Daarmee is een 140 jaar oude traditie van het voldoen van Roggerentjes in geld definitief voorbij.
Programmapunt
Het bestuur van ‘Amalia’ heeft zich beraden over de vraag van het gemeentebestuur.
Al snel kan vastgesteld worden dat ‘Amalia’ de Roggerentjes eigenlijk niet kán overnemen, daar die – niet juridisch, maar wel naar oude gewoonte – rusten op een ‘huis met aansteden’. ‘Amalia’ hééft geen hoeven en gronden op Reuth, Eikelenbosch, Loveren en Hoogeind. Het bestuur vindt overigens wel, dat de herinnering aan deze traditie niet verloren mag gaan en heeft zich verplicht om in haar jaarprogramma van activiteiten ‘iets’ op te nemen als ‘Roggerentjes nieuwe stijl’. In de bestuursvergadering van oktober 2006 neemt het bestuur een besluit om elk jaar aan de gemeente Baarle-Nassau iets aan te bieden dat letterlik of figuurlijk met oogst, graan of brood te maken heeft. We keren terug naar ‘betalen in natura’. Daarom zal de heemkundekring jaarlijks aan de bestuurderen van de gemeente een wens of suggestie, een idee of voorstel aanbieden, waarvan de uitwerking – als die er kan komen – tot verfraaiing van een stukje Baarle zal leiden. Deze activiteiten zullen steeds samengaan met publiciteit rond het historische verhaal van de Roggerentjes. Tot zover de ideeën van ons bestuur.
Presentatie
Op 11 december 2006 organiseert ‘Amalia’ een bijeenkomst in de voormalige raadzaal van het Heemhuis. Gemeentebestuur en pers horen tot de genodigden. Amalia heeft gezorgd voor toepasselijke hapjes: stukjes roggebrood met Brabantse zult in diverse smaken. Ons bestuur biedt het ‘Roggerentjes-idee Nieuwe Stijl’ aan aan de burgemeester van Baarle-Nassau.
Waarmaken
Vanaf 2007 dient het bestuur van ‘Amalia’ haar belofte waar te maken. Dat gebeurt.
Wij richten onze aandacht op delen van de buurtschap Boschoven. De delen welke grenzen aan de bebouwde kom zijn van uitzonderlijke waarde. Daarvoor vragen wij aandacht aan de leden van de gemeenteraad. Tijdens een bijeenkomst van vertegenwoordigers van alle fracties en onder het genot van koffie en roggebrood-zult-hapjes bieden wij als Roggerentjes 2007 de notitie ‘Boschoven uitgeleverd?’ aan. Daarin vragen we aandacht van de gemeenteraad voor de onvervangbare waarden van deze oude buurtschap. Op 14 juli 2008 zijn we met een vertegenwoordiging van het bestuur op bezoek bij burgemeester Hendrikx in het gemeentehuis. Onze Roggerentjes 2008 is de wens het gedeeltelijk open graven van een vijftal Duitse loopgraven langs het Bels Lijntje aan Baarle-Grens. Hiermee kan een markant spoor van de Tweede Wereldoorlog zichtbaar gemaakt worden voor passanten. In 2009 reageren wij met een aantal zienswijzen op het ter inzage gelegde Concept Bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Baarle-Nassau. Daarin vragen we vooral aandacht en vormen van bescherming voor een aantal cultuurhistorische elementen in onze gemeente. Op een aantal aangeroerde punten reageert de gemeente positief. Zo komt het idee boven drijven om te bezien of en hoe de ‘Schietberg’ in ’t Goordonk een herstelbeurt zou kunnen krijgen. Als Roggerentjes 2009’ nemen wij de geschiedvorsing en de verwezenlijking van een zogenaamd ‘Ommetje’ (korte cultuurhistorische wandeling) voor onze rekening.