
De St.-Jozefkapel werd opgericht door Jozef Nooyens, pastoor van Zondereigen tussen 1903 en 1915. Ze werd gemetseld op de plaats waar sinds het einde van de 19de eeuw de Oude Baan en de ‘nieuwe steenweg’ samenkomen. Tweemaal per jaar trok de processie door de Dorpsstraat naar deze plaats: zondags na sacramentsdag en met de kermis begin juli. Veldbloemen als margrieten, wilgenroosjes en brem werden op de weg gestrooid en alle ramen waren versierd met bloemen en brandende kaarsen. De mensen knielden buiten op een stoel neer om er te bidden. Kunstenaar Stan Grooten restaureerde het originele St.-Jozefbeeld. De ijzeren deur is bijzonder rijk versierd met een groot aantal kruisen en de letters S en J.

De kapel van de Oude Baan werd in 1932 ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes opgericht door landbouwer Sus Van Gils. Met paard en kar reed Sus op een dag naar zijn akkers. Bij het oprijden van het veld tuimelde hij van de kar. Hij viel vlak voor het wiel en vreesde te worden overreden. Als bij wonder echter stopte het paard: Sus bleef ongedeerd! Uit dankbaarheid bouwde hij op die plaats een kapelletje. De gezusters Leestmans vonden die plek dan weer uitermate geschikt om zittend te verpozen. Ze offerden, samen met wat geld, een briefje met daarop de volgende woorden: ‘Een frankske voor een bankske van een plankske’. Tegenwoordig stelt de gemeente ons in de mogelijkheid om bij veel Zondereigense kapelletjes even tot rust te komen.
De paalkapel van het Kerkebos werd omtrent 1857 opgericht op initiatief van Cornelis Dierckx, onderwijzer te Zondereigen van 1844 tot 1877. Ze bevindt zich langs een oud, verloren gegaan kerkpad naar het Lipseinde en het Geheul. Hoe we Zondereigen ook naderen of verlaten, we passeren altijd een kapelletje. Deze kleine religieuze monumenten werden destijds opgericht halverwege tussen de kerk en de buurtschappen. Wie te voet naar de kerk ging, kon onderweg even bij de kapel halt houden om er te bidden of een kaars te ontsteken.
De kapel van Ginhoven is toegewijd aan het H. Hart van Maria en werd in 1881 door het echtpaar G. en A. Meyvis-Vermonden opgetrokken met authentieke Zondereigense handvormstenen. Meyvis was steenbakker op Ginhoven en grootvader van Maria Van Beek. ‘Marieke’ kwam tijdens haar jeugdjaren regelmatig bidden bij de Ginhovense kapel. Zij trad in 1920 in het klooster der Zusters Franciscanessen van Herentals en werd een jaar later geprofest onder de naam Zuster Rumolda. Vanaf juni 1922 onderging zij erge lichamelijke en geestelijke kwellingen. In haar handen, voeten en hartstreek werden de vijf Heilige Wonden zichtbaar en vanaf 18 november 1922 was ze blijvend ‘gestigmatiseerd’: de vijf kruiswonden bleven permanent zichtbaar. Zuster Rumolda bleef ondanks alle pijn een grote minzaamheid uitstralen. Zij overleed op 13 maart 1948 en haar graf in Herentals wordt nog altijd druk vereerd.

In het kapelletje van Gel begroeten we het enig mooie beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Vlaanderen, inclusief de Vlaamse Leeuw en de verpletterde draak (symbool van al het kwaad op aarde). De letters op het wapenschild verwijzen naar de Vlaamse ontvoogdingsstrijd: ‘Alles Voor Vlaanderen, Vlaanderen Voor Kristus’. De huidige kapel werd in 1939 gebouwd. Rond 1850 moet er al een voorloper hebben gestaan. Twee stevige, knoestige lindenbomen zorgen voor de nodige schaduw. Het planten van lindenbomen bij kapelletjes is een restant van de oude gewoonte om godsdienst te beoefenen onder deze bomen.