Jan Van Leuven (2)


Aon de praot mee….Jan Van Leuven (deel 2)

“Ik zal er heel eerlijk over zijn. Het hoogtepunt van de samenwerking tussen onze beide gemeenten was de tijd dat Yvo Kortmann burgemeester was van Nassau”

ANDRÉ MOORS

In de vorige Van Wirskaante bent u al veel aan de weet gekomen over het leven en werk van Jan. In deze Van Wirskaante komen achtereenvolgens o.a. aan de orde zijn gezin, Jan als boekenwurm, zijn politieke leven in Baarle-Hertog als schepen en burgemeester, de samenwerking met de gemeente Baarle-Nassau, zijn hobby’s en zijn visie op de Heemkundekring.

Op voorhand verklap ik al, Jan schroomt niet om enkele opvallende uitspraken te doen!   
Ofschoon Jan met een heerlijk Baarle-Hertogs accent spreekt, is dat nu in onderstaande tekst grotendeels achterwege gelaten. Dat komt omdat het interview met Jan ook geplaatst gaat worden in het heemblad van de Heemkunde- en Erfgoedvereniging Nicolaus Poppelius uit Ravels, Weelde en Poppel. 


Verliefd, verloofd, getrouwd, kinderen en kleinkinderen 

Jan woonde zoals in de vorige Van Wirskaante vermeld in Weelde, aan de Tilburgseweg. Ongeveer een km verder woonde Maria. Ze is de oudste dochter in een kroostrijk gezin en groeide er op met haar drie broers en vier zussen. Jan, een van de broers van Maria, was een vriend van Jan. Daardoor kwam hij vaak bij Maria thuis en leerde haar zo kennen.
“Dan geraakt gij verliefd en dan schrijft gij een brief. In die tijd durfde je niet te zeggen dat je verliefd was en haar te vragen. Ze zei ja en dan hebben wij acht jaar verkering gehad. Aan het Heilig Graf heeft ze gestudeerd en mocht ook les geven. Dat heeft ze nooit gedaan omdat ze thuis moest meehelpen. Haar vader was boer, hield veul kippen.”
Jan en Maria trouwen op 9 augustus 1966 in Weelde. Dat was in het voorlaatste studiejaar van Jan in Leuven. Daar gaan ze dan ook wonen.
Ze krijgen vier kinderen: Leen, Martine, Luk en Joris. Leen is patholoog anatoom, Martine is econoom, Joris heeft filosofie en bibliotheekwetenschappen gestudeerd en is bibliothecaris in Ranst. Luk is maatschappelijk werker maar werkt in een drukkerij in Gent. Ondertussen zijn er ook al zeven kleinkinderen waarop ze bijzonder fier zijn. Ze genieten met volle teugen als de kleinkinderen in hun nabijheid zijn. Sinds Jan en Maria een appartement hebben in het centrum van Antwerpen, zien ze daar de kleinkinderen ook heel vaak. 

Boekenwurm
Zoveel is duidelijk, Jan is zijn hele leven lang al een boekenwurm. Duizenden boeken in meerdere talen, Nederlands, Engels, Frans, Italiaans, heeft hij gelezen. Thuis heeft hij op drie plaatsen een bibliotheek, vol met duizenden boeken.
“Ik lees nog dagelijks. Dat is het liefste wat ik doe. Over geneeskunde heb ik thuis nog nooit een boek gelezen. Dat deed ik in Leuven, Antwerpen of in Turnhout. Mijn voorkeur gaat uit naar geschiedenis, kunstgeschiedenis in het bijzonder en filosofie. Ik volg nog altijd cursussen, bijvoorbeeld waar Latijnse schrijvers in het Latijn gelezen en uitgelegd worden. En al die boeken koop ik dan. Vaak doe ik het zo dat ik boeken leen en lees uit de bibliotheek van Turnhout en Antwerpen. Bevalt mij zo’n boek, dan koop ik die. Op dit moment ben ik een boek aan het lezen van een Hongaar, Kostolany. Het is de derde roman die ik van hem lees.”
Ik vraag hem hoe hij in hemelsnaam daar allemaal de tijd voor vindt. “Als gij ’s nachts slaapt, dan ben ik dikwijls aan het lezen. Ik word ’s nachts altijd verschillende keren wakker. En dan pak ik een boek en ga dan op een ander bed liggen om het te lezen. De ene keer eventjes, de andere keer wat langer. Tegenwoordige probeer ik meer dan vroeger een boek twee keer te lezen. Ik lees redelijk snel maar wel aandachtig. Het boek waar ik het juist over had, van die Hongaar, dat is heel poëtische taal. Dat lees ik trager. Een boek over bijvoorbeeld de geschiedenis van Spanje lees ik sneller.”

Vroedvrouw Julia Loots vraagt Jan om de dorpspolitiek in te gaan
Jan kan zich niet meer precies herinneren wanneer hij gekozen is in de gemeenteraad van Baarle-Hertog. In ieder geval was dat in de periode dat hij assistent-patholoog was in het universitaire ziekenhuis van Antwerpen. Ergens in 1977. Hij wordt meteen schepen.
“Het is heel raar gegaan hoe ik in de gemeenteraad terecht ben gekomen. In die tijd deed ik heel graag bevallingen ten huize. Julia Loots was toen vroedvrouw en mee haar deed ik veel bevallingen. Julia was toen al wel op pensioen, maar deed dat nog heel graag. Zij zat dan veel bij die aanstaande moeders en ze verwittigde mij op tijd zodat dieë kleine niet op de grond viel, bij wijze van spreken. Zij wilde nooit geld van mij hebben, ze deed dat altijd pro deo. Op een vrijdag voormiddag sterft burgemeester Loots, een broer van haar aan een hartinfarct. Toen werd Fons Leestmans burgemeester. Om een nieuwe lijst samen te stellen voor de verkiezingen, dachten ze aan mij. Leestmans durfde dat niet te komen vragen aan mij. Allez. Zo dus, wie kwam da vragen? Julia Loots! Ik zeg ja Julia, ik kan eigenlijk niet weigeren hè. Gij hebt zoveul voor mij gedaan. Politiek interesseert mij eigenlijk niet. Maar voor jou, zet mij maar op de lijst! Da was de lijst Leestmans. CVP denk ik. Als Loots van de Socialistische Partij was geweest en Julia had het mij ook gevraagd, dan had ik het misschien nog meer gedaan. Ik voelde mij toen meer socialist dan christen. Toen vroegen ze mij waar wilde gij staan op de lijst. Ik zeg, maakt me niks uit, zet me maar ergens weg. Op welke plaats ik stond weet ik niet meer. In elk geval niet van voor. Maar ik werd wel gekozen.”

Jan neemt na een paar jaar ontslag en toch weer niet
Jan vervolgt zijn verhaal: “Politiek interesseerde mij eigenlijk niks. Met dorpspolitiek was ik nooit bezig geweest. Dan kom je in een college. Ik werd schepen van cultuur in de tijd dat gij in Nassau wethouder van cultuur was. Met dat werk als schepen te doen wordt dat interessant. Ge leest er over. Burgemeester Leestmans was ene hele goeie mens maar wel eentje van de ouwe stempel. Die las geen dossiers. Harrie Loots en Willy Govaerts waren ook schepen en dat was toch al een beetje een andere generatie. Ik heb wel conflicten gehad met Fons want die wilde wel eens lekken. In de raad verdedigde hij soms mensen die niet te verdedigen waren. Op een gegeven moment had Harrie Loots voortaan weinig tijd voor zijn werk als schepen. Dat allemaal samen reden om na een paar jaar tegen Fons te zeggen, Fons jongen, ik ga er mee stoppen. Toen heb ik mijn ontslag genomen. Dat ontslag was toen nog niet in de gemeenteraad behandeld. Ik heb toen mee Fons gepraat en zei tegen hem, ik kom nog eens terug, maar dan moeten er goeie afspraken worden gemaakt. Wat gebeurt er. Op een zaterdagavond rond elf uur telefoon. De veldwachter vertelt mij dat Fons is verongelukt op de weg naar Alphen. Hij vraagt mij, wil gij dat tegen zijn vrouw gaan zeggen want ik durf niet. Wel, ik heb dat gedaan en ook bij de zoon van Fons. Toen was ik dus ontslagnemend en locoburgemeester! Dan ben ik door de gemeenteraad officieel benoemd tot burgemeester. Bij de volgende verkiezingen heb ik mij nogmaals kandidaat gesteld voor burgemeester. Ik werd weer gekozen. Meteen heb ik wel duidelijk gemaakt dat dit mijn laatste termijn zou zijn, niet alleen als burgemeester maar ook als raadslid. Die bewuste keuze had niets te maken met politiek. Ik vond dat ik genoeg aan mijn fiets had hangen.”
Jan houdt woord. Bij die verkiezingen in 1989 raakt zijn partij haar meerderheid kwijt. Burgemeester wordt dan Fons Cornelissen. In 2000 wordt er door de partij toch weer door Leo Van Tilburg bij Jan aangeklopt.
 “Ja, je bent toch wat ijdel en zodoende ben ik er toch weer terug in gekomen.”
Op 30 september 2011 treedt Jan volgens afspraak tussentijds af. Hij is dan ongeveer tweeëntwintig jaar actief geweest in de politiek van Baarle-Hertog. Hij wordt opgevolgd door Leo Van Tilburg. Tijden de academische zitting op 30 september 2011 worden er aan zijn adres hele mooie afscheidswoorden gesproken, o.a. door zijn vriend Ludo Helsen, bestendig gedeputeerde van de provincie Antwerpen.

Gemeentelijke successen waar Jan trots op is   

Op mijn vraag op welke zaken in Baarle die mede door zijn inspanningen zijn gerealiseerd hij trots is, moet hij lang nadenken. Ik denk dat dit vooral te maken heeft met zijn geringe profileringsdrang. Dan noemt hij toch enkele voorbeelden.
“Cultuur in zijn algemeenheid heeft mij altijd geïnteresseerd. Vooral de samenwerking daarin met Baarle-Nassau. Door het feit dat Hertog toen niet groeide en Nassau wel, ging er in Dorp Noord bijna een dorp in een dorp ontstaan. Ik vond dat je dat moest vermijden, want daarmee krijg je als het ware gettovorming. Daarom heb ik gestimuleerd dat het Cultureel Centrum aan de weg timmerde om zoveel mogelijk kansen te bieden aan gemeenschappelijke verenigingen, van Hertog en Nassau, inclusief Dorp Noord. De saamhorigheid in het dorp kreeg daardoor een goeie impuls. Ik heb trouwens altijd het belang van de samenwerking met Nassau benadrukt, niet alleen op cultureel vlak.”
Als ik het nieuwe gemeentehuis van Baarle-Hertog noem, blijkt meteen dat dit een project is geweest waarop hij ook trots is. “Ik ben altijd voor moderne kunst geweest. In deze tijd moet je moderne gebouwen zetten, vind ik. Mijn standpunt is dat dat gebouw alleen maar schoner en schoner gaat worden. Maar eerlijk is eerlijk, ik heb het er wel door moeten douwen.”


Gemiste kans voor Baarle? 

Heeft hij zaken in Baarle niet kunnen realiseren, vraag ik hem. Opnieuw moet hij even nadenken, maar komt dan toch wel verrassend voor de dag, vind ik.
 “Ik ben er nu zelf nog niet over uit of het goed of minder goed voor Baol geweest zou zijn. In die tijd, ergens eind jaren zeventig, ben ik bezig geweest met een hartchirurg, een professor van Nijmegen en met de voorzitter van de Nederlandse Hartstichting. Bedoeling was om hier op Hertogs grondgebied een hartkliniek te bouwen. In Nederland ondervonden hartpatiënten namelijk veel hinder van een patiëntenstop. Die moesten dan naar Amerika. Er was geld, een gerenommeerde bank zou dat in Baol financieren. Bedoeling was dat die hartkliniek gebouwd zou worden tussen de Molenbaan en de Parallelweg. Als die functioneel zou zijn, zouden geopereerde patiënten maar heel kort in de kliniek zijn. Heel snel na de operatie zouden die mensen verder kunnen herstellen in een hotel, dat onderdeel zou zijn van die kliniek. Een hotelbed kost nou eenmaal veel minder dan een ziekenhuisbed. Natuurlijk zou een en ander ook planologisch ingepast moeten worden. Ik dacht toen dat zo’n hartkliniek heel goed zou zijn voor de werkgelegenheid in Baol en voor de financiën van de gemeente Baarle-Hertog. En ook voor de uitstraling van Baol. We hadden ook kunnen zorgen voor iets grensoverschrijdens door een stukje van het gebouw, de ingang bijvoorbeeld, te bouwen op Hollands grondgebied. We zijn toen een paar keer naar Vlaamse ministers geweest voor overleg. De ene was voor, de andere was wat tegen. Uiteindelijk is het niet doorgegaan omdat de universiteiten in België dat zagen als concurrentie.
Maar hoe dan ook, het zou, vind ik, een prachtig project voor Baol zijn geweest,” aldus Jan.

De ups en downs van samenwerking met Baarle-Nassau
Jan steekt meteen van wal.
“Ik zal er heel eerlijk over zijn. Het hoogtepunt van de samenwerking tussen onze beide gemeenten was de tijd dat Yvo Kortmann burgemeester was van Nassau. Ik kon met Yvo goed om. Ik heb tegen hem gezegd, we hebben er allebei belang bij dat we goed samenwerken. Dat we het nodige van Holland en van België los krijgen. Ik heb hem ook gezegd dat ik aan het burgemeester zijn niet zo veel belang hecht. Voor mij is da een hobby. Mijn zwaartepunt ligt in werken in het ziekenhuis en boeken lezen. Voor jou is dat een carrière. Ik wil jouw carrière ook mee stimuleren. We spraken af als we meningsverschillen hadden dat samen uit te spreken, daar niet mee naar de gemeenteraden te gaan. Maar zei ik, ik doe niks voor niks. Dan moet gij ook meegaan in die samenwerking. In al die jaren heb ik heel veel contact gehad met Yvo, ook mee zijn familie. Sprak dan met zijn vader die burgemeester van Breda en Commissaris van de Koningin van Noord-Brabant was geweest. Regelmatig nodigden we Hollandse en Belgische ministers uit om naar Baol te komen. De gemeentes hadden er alleen maar voordelen aan. Ook op collegeniveau werd er goed samengewerkt. Op een gegeven moment is Yvo weggegaan en ben ik gestopt.”
Als beiden niet meer voor hun gemeenten actief zijn, komen er uiteraard andere mensen.
Jan: “Ik vind dat de belangstelling vanuit Nassau voor Hertog en de animo vanuit Nassau voor samenwerking zeer sterk is gedaald, alsof Hertog en Nassau elkaar niet nodig hebben. De vriendschappelijke verhoudingen van vroeger werden meer functioneel, koeler en afstandelijker. Ik had nooit in de politiek gezeten, als er geen Hertog en Nassau was geweest. Het enig echt interessante vond ik die samenwerking en de verschillen tussen de beide gemeenten. Ik ben er echt van overtuigd, de twee burgemeester vormen daarin de spil in de samenwerking. Ik heb de indruk dat die echte samenwerking op een laag pitje staat. Ik vind ook dat de communicatie tussen de colleges veel minder is geworden dan in de tijd van Kortmann.”

Zijn visie op gemeentelijke herindeling
De gemeente Baarle-Hertog is veel kleiner dan Baarle-Nassau. Heeft veel minder inwoners en een veel kleiner ambtenarenapparaat en veel minder financiële mogelijkheden. Toch is Jan er van overtuigd dat Baarle-Hertog goed functioneert.
“Ik ben destijds begonnen met het aanstellen van een goeie secretaris. Ik vond dat dat een universitair moest zijn. In het begin zagen een aantal raadsleden dat niet zitten. Er waren toen ook kandidaten uit Baarle-Hertog. Uit het feit dat een plaatselijke kandidaat het niet werd, is er zelfs een nieuwe politieke partij gekomen. We hebben als kleine gemeente zelfs drie universitaire ambtenaren. Nassau heeft er minder. Als je een inhoudelijk goed ambtelijk apparaat hebt, dan brengt dat geld op. Het heeft ons ook moeite gekost om de secretaris te behouden. Ik heb toen met minister Tobback en gouverneur Kinsbergen gesproken. Kabinetschef was toen Johan Van de Lanotte en die wilde Baarle-Hertog rangverhoging geven naar een dorp van tienduizend inwoners. Da zou betekenen da niet alleen de secretaris, maar ook de burgemeester en de schepenen meer zouden gaan verdienen. Per saldo zou ons da veel geld gekost hebben. Later heb ik toch met de minister kunnen regelen dat alleen de secretaris een hogere wedde kreeg en zodoende konden wij hem behouden.”
Natuurlijk is het zo, ook naar de mening van Jan, dat Baarle-Nassau veel meer taken moet verrichten. Maar daarom is hij nog geen voorstander van gemeentelijke herindeling, ook niet voor Baarle-Nassau.
“Ik zou het wensen dat beide gemeenten zelfstandig blijven. Volgens mij is dat ook het meest logisch. Bij wie zouden we ons moeten aansluiten? Bij Weelde, Merksplas of Turnhout? Daar hebben ze allemaal goeie bestuurders, maar die hebben de samenwerking met Nassau niet in hun vingers. Je moet dagelijks contact hebben met een Nederlander en omgekeerd om dat in je vingers te hebben. Als Nassau zou opgaan in een grotere gemeente zou dat ook heel veel moeilijkheden geven. Hoe heet die rivier daar bij de Biesbosch ook weer? Daar bij de Moerdijk. Die rivier vormt de scheiding tussen Holland en Brabant. Mijn persoonlijke ervaring is dat de Moerdijk voortaan op de Singel ligt. De Brabanders zeggen, wij zijn anders. Ik heb de indruk dat de Brabanders minder Brabanders zijn en meer Nederlanders worden. In principe is daar niks mis mee, maar daar moet je je wel van bewust zijn. Maar ik zie het wel als een nadeel in de samenwerking met Nassau.”
Ondanks zijn pleidooi voor zelfstandigheid van zowel Nassau als Hertog is Jan wel van oordeel dat niet te ontkomen valt aan ambtelijke samenwerking met andere gemeenten. Maar dan wel vanuit de huidige twee zelfstandige gemeenten, die kort bij de bevolking staan.
“Maar ook wij kunnen sommige gespecialiseerde taken niet meer blijven doen. Twee jaar zijn we nu in gesprek met de stadsregio Turnhout. We zijn op zoek gegaan naar het supermarktprincipe. Wat zij aan ons kunnen leveren, nemen wij af. Er moet schaalvergroting komen,” aldus de oud-burgemeester.


Baol ziet er niet meer zo fraai uit  

Het zal niet verrassend zijn, ook Jan stoort zich aan de aanblik van Baarle. Vooral als je het dorp binnenrijdt, ziet het er niet uit, vindt hij.
“Het verloedert heel erg. Je bent blind als je dat niet ziet. Waarom is Baol Baol, vanwege de grens en de enclavesituatie. Wel, grenzen verdwijnen meer en meer. Door het feit dat ze verdwijnen, beginnen wij ze in Baol aan te duiden. Vroeger had Baol het voordeel dat er in Holland op zondag een winkelsluiting gold. Tegenwoordig zijn in steeds meer Hollandse steden de winkels op zondag open. Vroeger waren er aanzienlijke prijsverschillen bij meerdere producten. Nu geldt dat eigenlijk alleen nog voor benzine en sommige tabakswaren. Er zijn heel veel mensen die van buiten Baol komen en dan denken op een zondagmiddag hier met hun winkel de kost te verdienen. Dat kan niet, ook omdat de eigenaren van de panden veel te veel huur vragen. Dan zit je in een vicieuze cirkel en ge ziet het resultaat.”
Er is volgens Jan in het verleden te weinig overleg geweest tussen de middenstand en de gemeenten. Dat gaat de laatste tijd beter. Maar zowel de gemeenten als de middenstand zullen volgens hem meer geld moeten uitgeven voor een kwalitatieve impuls.
“Hoe Baol er over vijftig jaar uit zal zien weet ik niet. Je ziet wel ontwikkelingen dat het beleid van de rijksoverheid er op is gericht dat mensen steeds meer in de stad moeten gaan wonen. Zeker is dat zo’n beleid negatieve consequenties zal hebben voor een dorp als Baol.”

Wel of geen golfcomplex in Baol

Wellicht komt er redelijk snel duidelijkheid over de vraag of die plannen in Baol geëffectueerd gaan worden. Toch lijkt het mij interessant de visie te vernemen van een gerenommeerde oud-bestuurder.
Jan: “Met wat we nu weten is zeker dat er een projectontwikkelaar is die daar brood in ziet. Dat is zijn recht. Als beide gemeenten zo’n project goedkeuren moet dat meerwaarde hebben voor de gemeenten, vooral voor de gemeenschap. Gaat de middenstand er van profiteren? Krijgen de gemeenten meer inkomsten? Ik heb daar mijn vragen bij. Ik hoor sommige mensen wel zeggen, da gaat goed zijn voor Baol. Dat is voor mij niet duidelijk. Er bestaat ook geen duidelijk plan. Ook niet vergeten hè, de vraag moet gesteld worden, past zo’n groot project wel in de ruimtelijke ontwikkeling. Dat is de vraag die het éérst gesteld moet worden. Men zegt wel, wij maken nieuwe natuur. Maar gras is geen natuur! Ook Vlaamse organisaties als de Vlaamse Landmaatschappij hebben daar heel veel vragen over. Hoe dan ook, ik vind het geen duidelijk project.
Ik vind dat men te laat naar de bevolking is gegaan en dan komt er achterdocht.”


Problemen tussen Walen en Vlamingen

Vooral het afgelopen jaar is er in België maar ook in Nederland heel veel discussie geweest hoe het verder moet met België. Jan heeft daar een uitgesproken mening over.
“Het beste is dat Vlaanderen en Wallonië bij elkaar blijven. De ontwikkeling is echter dat ze steeds meer uit elkaar groeien. Dat heeft deels te maken met de sociaal-economische omstandigheden. De economieën van Vlaanderen en Wallonië verschillen nogal. De Vlaamse is veel meer exportgericht. Anderzijds, het maatschappijbeeld is ook anders. Vlaanderen is veel meer liberaal. Wallonië is veel socialistischer. Karikaturaal zou je kunnen zeggen, in Vlaanderen is iedereen verantwoordelijk voor zichzelf. Zie maar da je geld verdient. Als gij ziek of werkeloos wordt, dan hebben wij een goed systeem en dan geven wij het. In Wallonië vragen ze al bijna te voren aan de staat, geef ons dat. Ge zou kunnen zeggen, in Vlaanderen wordt meer het accent gelegd op de plichten en minder op de rechten en in Wallonië omgekeerd. Plus komt daar het taalverschil bij. De jonge Vlamingen van tegenwoordig kennen veel minder Frans. Ik zelf kreeg Frans in het lager onderwijs en in Leuven zat ik met Walen op kot. Een van de grootste fouten die ze gedaan hebben was de splitsing van de universiteit. Ze hadden die gemengd moeten laten. Hoe je het ook draait of keert, Vlaanderen en Wallonië drijven van elkaar. Nog moeilijker maakt het dat daar Brussel tussen zit. Brussel was in de negentiende eeuw een Vlaamse stad en die is helemaal verfranst. Nu is die aan het verengelsen onder invloed van Europa. De Walen zijn verstandig geweest om Brussel niet te maken als hun hoofdstad maar Namen. Ik vind het fout van de Vlamingen als die zeggen dat Brussel onze hoofdstad is. Het Frans is daar heel dominant. Ik hoop dat België blijft bestaan. Ik weet echter zeker dat Vlaanderen en Wallonië meer en meer autonoom gaan worden.”
Ik raak bij Jan een gevoelige snaar als ik zeg dat er in Holland vaak stemmen opgaan die zeggen dat Vlaanderen bij Nederland gevoegd zou moeten worden.
“Dat past niet! Ik zeg dan altijd, wij zullen er eens over nadenken of wij het goed vinden dat Nederland zich aansluit bij Vlaanderen! Ik vind dat van de Hollanders misplaatste arrogantie! De mentaliteit en de politieke klasse verschillen enorm. In Nederland is de politiek veel ambtelijker. In België staat de politiek veel korter bij de bevolking. Ook door de volksvertegenwoordiging die voortkomt uit de regio’s. In de jaren twintig is door de Walen voorgesteld dat men de taalgebieden afbakent volgens het principe van de meerderheid van de bevolking. Dat is heel stom geweest. Ze hadden toen aan alle Belgen op moeten leggen dat ze tweetalig zouden zijn, ongeacht waar men woonde. Het is niet moeilijk om twee talen te spreken. Kinderen hebben dat zo geleerd.”

Persoonlijke belangstelling en hobby’s
Jan is heel zijn leven al een groot liefhebber van kunst. Het kan dan gaan om Afrikaanse kunst, Egyptische kunst, Griekse kunst, Gotische kunst, Romaanse kunst, Kunst uit de Renaissance, Barok. De laatste jaren houdt hij zich vooral bezig met Barok.
“Ieder jaar ga ik minstens een week naar Rome, meestal alleen. Dan kan ik mijn Italiaans weer wat ophalen. Van Caravaggio zie ik heel graag schilderwerken. Tegenwoordig doe ik het wat minder, maar vroeger reed ik op een zaterdag naar Berlijn of naar Frankfort am Main, Hannover of Parijs om daar een museum te bezoeken. Voor moderne kunst kwam ik heel graag in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Ook was ik een keer of tien, vijftien in Londen en uiteraard in musea hier in België. Kunst bekijken in een museum en daarover lezen is, vind ik, een verrijking van je leven. Om moderne kunst te kennen, moet je ook veel kennen van oude kunst. Moderne kunst is dikwijls een reflexie op oude kunst. Dat geldt ook voor muziek. Zelf schilderen heb ik nooit gedaan. Waarom niet? Omdat ik dat niet kan. Ik lees heel veel over beeldende kunst, maar wat ik het liefst hoor en best ken is eigenlijk muziek. Daarom heb ik ook een paar keer een Bach-reis gedaan. Ik bezocht dan alle steden in Duitsland waar hij gezeten heeft.”

Gezondheid
In beweging zijn vindt Jan heel belangrijk. Mede daarom onderhoudt hij samen met Maria zijn grote tuin. Ook wandelt hij heel graag. Over zijn gezondheid is hij nog erg content. Hoewel, hij vindt wel dat zijn geheugen achteruit is gegaan.
“Tot voor kort hield ik nooit een agenda bij. Ik onthield alles uit mijn hoofd. Ik doe wel steeds meer aan geheugentraining. Da’s goed en ik vind het nog plezant ook.”
Jan is er van overtuigd dat als hij dood is, het dan afgelopen is met hem. “Ge bent stof en ge keert terug tot stof. Daar ben ik honderd procent van overtuigd. Als iemand sterft, dan ben je dood. Reïncarnatie wil zeggen dat gij in iets anders terugkomt. Wie bent gij? Gij bent uw lijf. Gij bent uw hersenen, uw ogen, uw stem, enzovoort. Let op hè, ik respecteer ieders geloof. Maar ik geloof ook niet in de verrijzenis, dus ook niet in de lichamelijke verrijzenis van Christus. Hij heeft daar drie dagen gelegen. Zijne lichaamstemperatuur liep terug. Door het feit dat zijn hersenen weg waren, moeten die terug opstarten. Dat bloed moet terug beginnen te stromen en de wonden zijn weggegaan. Hoe kan dat? Ik wil niet zeggen dat er geen God is. Christus kan wel herrezen zijn, maar niet als lijf maar symbolisch. Let op hè, als er geen hemel is dan is het leven toch niet zinloos!”

Heemkundekring Amalia van Solms
Jan en zijn vrouw zijn al veel jaren lid van Amalia. De vereniging is goed bezig, vindt hij. Ik vraag hem of hij nog tips heeft.
“Dat zou nog al belerend zijn. Er zijn enorm veel leden. De vereniging spreekt dus kennelijk aan. Als je ziet wat iedere keer in Van Wirskaante verschijnt, dat is geen grote wetenschap.
Dat is ook de taak niet van de vereniging. Maar door alle artikels blijft de geschiedenis van Baol en haar inwoners veilig gesteld voor later. Ik zie het werk van Amalia als een collectief geheugen en dat is héél belangrijk. Geschiedenis is het collectief geheugen. Iemand zonder geheugen die is dement. Ik heb veel bewondering voor de mensen die met archeologie bezig zijn. Chapaeu! Hoe de kwestie van de geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog is aangepakt, idem. Ik vind het terecht dat de Heemkundekring kritisch is richting gemeenten en dat men zich zorgen maakt over het cultureel erfgoed van Baol. Ik zou zeggen, Heemkundekring ga door zoals je bezig bent!”    
 

Afscheid            
Jan, het was buitengewoon fijn om met jou aon de praot te zijn. Namens alle leden van Amalia ben ik je dankbaar voor je openhartige houding tijdens dit gesprek. Een houding die je overigens altijd hebt gehad. Wij zijn heel veel aan de weet gekomen over jouw werk als huisarts, als patholoog-anatoom en als schepen/burgemeester van de gemeente Baarle-Hertog.
Namens alle leden wens ik je en natuurlijk ook Maria nog heel veel fijne, kunstrijke, gezonde jaren toe. Het gaat jullie goed!

Oh ja, wil je me nog eens vertellen welke heerlijke wijn wij samen hebben gedronken? Dan ga ik in ieder geval op herhaling! 

Scroll naar boven