Met zes auto’s reden we zondag 17 april 2016 naar de Achelse Kluis. De grens stond centraal bij dit uitstapje: een tentoonstelling over de Dodendraad, drie Dodendraadreconstructies, de bijzondere situatie aan de Kluis waar de grens dwars over het terrein van de abdij loopt, eeuwenoude grenspalen en een grenskapel…
Herman Janssen leidt de uitstap in.
Hoofdingang en gebouwen van de abdij.
Luk Van de Sijpe is al sinds 2000 actief met het verhaal van de Dodendraad.
In de dreef naar de abdij is de grens op het wegdek gemarkeerd.
Bij het gereconstrueerde Duitse schildwachthuisje.
Luk Van de Sijpe van Erfgoed Hamont schetste ons op de tentoonstelling ‘De Groote Oorlog rond de Kluis, 1914-1918’ eerst een beeld van het leven aan beide zijden van de grens voor het uitbreken van WOI. Daarna leidde hij ons rond op de huidige tentoonstelling die aan de Dodendraad is gewijd. Een blikvanger was een wandvullende kaart waarop het tracé van de dodendraad tussen Aachen en Antwerpen door de Duitsers was ingetekend. Ook de bijzondere situatie aan de Kluis, waar voor de aanleg van de draad op twee plaatsen de kloostermuur was afgebroken, kwam uitgebreid aan bod. Maar eveneens het verhaal van de haast ‘partizanen’-achtige acties van generaal Deschepper, uiteindelijk in de val gezet bij de Kluis, werd verteld.
De maquette van de Dodendraad toont de verschillende uitvoeringsfasen.
De stroom kwam o.a. van het kruitfabriek in Kaulille.
Onze heemkundekring deelde veel fotomateriaal voor deze tentoonstelling.
Informatie over een zestigtal dodelijke slachtoffers nabij de draad.
Met deze schaar passeerden grensgidsen de Dodendraad.
In een heerlijk zonnetje, met af en toe dreigende wolken en een koude wind van naderende buien, hebben we ’s middags een heerlijke wandeling gemaakt over de Groote Heide en het Bos van de Beverbeek. Natuurlijk passeerden we langs de drie dodendraadreconstructies die Hamont-Achel rijk is: de oudste bij De Ezel die al dateert uit mei 2000. De langste (zo’n 200 meter) staat vlak in de buurt ervan en de derde reconstructie brengt de bijzondere situatie bij de Achelse Kluis goed in beeld. De deskundige, soms kritische uitleg van Herman Janssen ontbrak daarbij niet.
Dreigende wolken op de Groote Heide.
Links, rechts, in de maat…
Op zoek naar het best geschikte wandelpad.
Indrukwekkend, die 200 meter lange reconstructie van de Dodendraad.
Op weg naar het elektriciteitskastje (tegen de tweede hoge paal).
Onze deskundige elektriciën Karel vande Vloet bekijkt de (tegenvallende) inhoud van het kastje.
Bij de oudste Dodendraadreconstructie in België.
In het bos van de Beverbeek.
Onderweg wees Harry Benschop ons nog op enkele eeuwenoude grenspalen. De eerste paal markeerde in lang vervlogen tijden de grens van de Baronie van Hees en Leen (Heeze en Leende) met de Baronie van Cranendonck (omgeving Budel). De heerlijkheid van Hees en Leen was in de vroege Middeleeuwen met zijn 12.000 hectare een van de voornaamste Heerlijkheden in de Meijerij. De hertogen van Gelre en Brabant hadden er dan ook allebei ‘belangstelling’ voor. Omstreeks 1285 kwam de Heerlijkheid door vererving toe aan het geslacht Horne. Eeuwenlang zijn er bossen gekapt. Zo ontstonden de uitgestrekte heidevelden die de basis werden van de zich ontwikkelende landbouw (schapenteelt en de mest uit de potstallen).
Twee grenspalen uit verschillende tijdvakken naast elkaar.
Niets dan tevreden gezichten.
Bij De Ezel staat nog een douanepaal van de Admiraliteit van de Maze. Het is de oudste (gevestigd in Rotterdam, langs de Maas) van de vijf Admiraliteiten die Nederland heeft gekend. Zij hebben vanaf 1597 (tot 1795) veel taken op zich genomen waaronder de uitrusting van oorlogsschepen, de bescherming van de handel, de beveiliging van de zee en rivieren maar ook de inning van tarieven. Op de paal staan rond het wapen drie letters P. Die staan voor ‘pugno pro patria’ oftewel ‘ik vecht voor het vaderland’. Dat vaderland is de Republiek der Verenigde Nederlanden. De palen, er hebben er ooit drie langs de grens bij Budel-Hamont gestaan, markeren de staatsgrens die in 1648 bij de Vrede van Münster is ontstaan toen de Meijerij werd toegevoegd aan de Republiek. De douanepaal bij De Ezel staat op een oude grensweg naar Weert, dat tot de Spaanse, later Oostenrijkse Nederlanden behoorde. Aan de grens werden de ‘convoyen en licenten’ geheven door de Staatse ambtenaren. Die moesten protestant zijn en de douanepalen hebben zo bijgedragen aan de opvallend grote hervormde gemeente van Budel-Gastel. De douanepalen zijn vermoedelijk in 1662 geplaatst, om de handelslieden te wijzen op de verplichting om in- en uitvoerrechten te betalen.
Witte isolatoren van de Dodendraad met daarnaast de hoge douanepaal van de Admiraliteit van de Maze.
Natuurlijk kwamen we ook nog enkele gietijzeren grenspalen tegen. We kwamen erachter dat de klauwende leeuw aan de Belgische kant staat, de gekroonde leeuw met zwaard en pijlenbundel aan de Nederlandse kant. Toch weer wat geleerd.
Kogelinslagen op een gietijzeren grenspaal.
Het katholieke grenskerkje in de buurt van de abdij hebben we niet aangedaan. Het ligt net iets te ver uit de route. Het is ook een van de verhalen die met de grens te maken hebben. We wandelden langs de Beverbeekhoeve. De geschiedenis van deze prachtige boerderij (met een helaas nu sterk verwaarloosde schuur) gaat terug tot de 14de eeuw.
Met verbazing wordt geluisterd naar het verhaal van de Beverbeekhoeve.
Het dak van de schuur is zwaar gehavend.
Ook de lindenboom op het erf heeft geleden onder de tijd.
Dreven en ontwateringsgrachten nabij de Beverbeekhoeve.
Via de zeer gevarieerde natuur en een kronkelend paadje langs de Warmbeek kwamen we uiteindelijk na ruim drie uur stappen weer terug in de Kluis. Daar werd dit geslaagde uitstapje voor de meeste deelnemers afgesloten met een – hoe kan het anders – Achelse trappist.
De Warmbeek leidt ons naar de abdij.
Brug over de Warmbeek.
De laatste loodjes.
De abdij komt in zicht.
Rechts de kerk, links het verblijf van de paters.
Aankomst bij de herberg van de Kluis.
En dan is er… trappist!
Uitblazen in het lentezonnetje.
Op zaterdag 28 mei maken we een nieuwe uitstap, in het teken van de Eerste Wereldoorlog. We bezoeken dan het Mastenbos in Putte-Kapellen, met zijn gerestaureerde loopgraven en bunkers. Infopanelen met authentieke Duitse luchtfoto’s uit 1918 en een plaatselijke streekgids vertellen het verhaal van het ‘Loopgravenpad’. Op de terugweg is voor geïnteresseerden een tussenstop voorzien bij de zeer geslaagde reconstructie van de dodendraad in Wuustwezel. Rond 16u zijn we terug in Baarle. We vertrekken om 9 uur met carpooling aan het heemhuis (reiskosten: 5€ per persoon) en er zijn nog plaatsen vrij. Inschrijven kan via een mailtje naar Maria Voeten (maria.heemkunde@gmail.com). Breng zelf een picknick en de nodige drankjes mee. Er is geen horecagelegenheid in de buurt. Tot dan!