republiekkalender 2

Frans republikeinse jaartelling

republiekkalender 2De Franse Republikeinse Kalender werd tijdens de Franse Revolutie, die duurde van 1789 tot 1804, ingevoerd en wordt ook aangeduid met de term Franse revolutionaire kalender. Van 24 november 1793 tot 1 januari 1806 was hij officieel in gebruik, evenals gedurende de commune van Parijs in 1871. De revolutie had van Frankrijk een seculiere staat gemaakt die zich afzette tegen alles wat kerks was, de Gregoriaanse kalender inbegrepen.

De Republikeinse kalender werd met terugwerkende kracht ingevoerd vanaf 22 september 1792; deze datum is de eerste dag van de eerste maand van het jaar 1 van de Franse revolutionaire jaartelling. Dit eerste jaar liep natuurlijk ook door in 1793. De laatste dag van het eerste jaar is vervolgens 21 september 1793!

In de nieuwe kalender was het jaar, evenals dat in het Oude Egypte gebruikelijk was, opgedeeld in 12 maanden van 30 dagen plus 5 (of 6) extra dagen aan het eind van het jaar. De laatste dagen zijn nodig om met het tropenjaar (~365¼ dagen) in de pas te blijven. In plaats van in weken (Weken zijn bijbels van oorsprong) was Iedere maand opgedeeld in drie perioden (décades) van 10 dagen. De astronomie geldt als ijkpunt van de kalender; het nieuwe jaar, de eerste vendémiaire begint om middernacht van het etmaal, dat de zon op de herfstequinox bereikt. Dit vanuit Parijs waar te nemen; dus als om 00h32 24 september, Parijse tijd de herfst begint, is 24 september nieuwjaarsdag. Dit betekent dat er geen hanteerbare regels zijn voor schrikkeljaren. Het idee hierachter is dat de Kalender nooit uit de pas kan lopen, maar het ontbreken van een duidelijke regelmaat voor schrikkeljaren, is een groot manco. Men weet immers nooit hoeveel dagen een jaar heeft zonder kennis van de volgende herfstequinox. Zo kan de eerste vendémiaire dus vallen op 22, 23 of 24 september.

De namen van de maanden waren bedacht door de dichter Fabre d’Églantine. Iedere maand herinnert aan een kenmerk van het klimaat in Frankrijk. Bijvoorbeeld in de winter was er nivôse, de sneeuwmaand.

Het verband met de traditionele Gregoriaanse kalender is hieronder gegeven, waarbij opgemerkt moet worden dat van jaar tot jaar er enige kleine verschuivingen plaats konden vinden.

De twaalf maanden:

  • Herfstmaanden (uitgang -aire)
    • Vendémiaire Wijnmaand (22 september ~ 21 oktober)
    • Brumaire Mistmaand (22 oktober ~ 20 november)
    • Frimaire Koudemaand (21 november ~ 20 december)
  • Wintermaanden (uitgang -ôse)
    • Nivôse Sneeuwmaand (21 december ~ 19 januari)
    • Pluviôse Regenmaand (20 januari ~ 18 februari)
    • Ventôse Windmaand (19 februari ~ 20 maart)
  • Lentemaanden (uitgang -al)
    • Germinal Kiemmaand (21 maart ~ 19 april)
    • Floréal Bloemmaand (20 april ~ 19 mei)
    • Prairial Weidemaand (20 mei ~ 18 juni)
  • Zomermaanden (uitgang -idor)
    • Messidor Oogstmaand(19 juni ~ 18 juli)
    • Thermidor Hittemaand (19 juli ~ 17 augustus)
    • Fructidor Fruitmaand (18 augustus ~ 16 september)

De zes extra dagen aan het eind van het jaar sans-culottiden of sanculottiden:

  • Jour de la vertu Dag van de deugd (17 september)
  • Jour du génie Dag van het vernuft (18 september)
  • Jour du travail Dag van de arbeid (19 september)
  • Jour de l’opinion Dag van de meningsuiting (20 september)
  • Jour des récompenses Dag van de beloning (21 september)
  • Jour de la révolution Revolutiedag; schrikkeldag (alleen schrikkeljaren)

De namen van de tien dagen van de décade zijn gebaseerd op de telwoorden in het Latijn:

  • Primidi
  • Duodi
  • Tridi
  • Quartidi
  • Quintidi
  • Sextidi
  • Septidi
  • Octidi
  • Nonidi
  • Decadi
Scroll naar boven