Heemkundekring ‘Amalia van Solms’ heeft in 2016 het plan opgevat om haar jaarlijkse verplichting tot voldoening van de verschuldigde ‘Roggerentjes’ in te lossen door het terugplaatsen van een unieke grensaanduiding en dit paaltje zodanig te grondvesten dat het tot in de verre toekomst zijn vaste plaats zal behouden.
Vervloekt hij…
Het afbakenen van grenzen om eigendomsrechten van grondgebied zichtbaar te maken, is heel oud. Al vroeg in de menselijke beschaving plaatsen mensen stenen of palen op de randen van hun territorium. De oudste grensstenen die bekend zijn, stonden in Egypte. We noteren de veertiende eeuw voor Christus! Farao Echnaton laat veertien grensstenen uit rotsen hakken rond zijn nieuwe hoofdstad Achet-Aton. In het oude Babylon en Assyrië werden in de vorige eeuw tientallen grensstenen opgegraven. Daar zijn exemplaren bij waar vloekspreuken op staan voor degenen die de stenen zouden willen verzetten en zegenwensen voor hen die grenzen eerbiedigen.
Vanouds hebben mensen grote waarde gehecht aan het respecteren van elkaars grenzen. Mooie voorbeelden daarvan vinden we in het Oude Testament. Daar lezen we: “Vervloekt is hij die de grensscheiding van zijn naaste verlegt” (Deuteronomium 27, vs. 17). En ook : “Gij zult de grensscheiding van uw naaste, die de voorvaderen hebben vastgesteld, niet verleggen” (Deuteronomium 19, vs. 14). Tenslotte nog uit het boek Spreuken: “Verleg de aloude grenzen niet die uw vaderen vaststelden.” In onze eigen omgeving deed ver vóór ‘grootmoeders tijd’ het verhaal van ‘den gloeiige’ de ronde. Het betrof het oude geloof dat iemand die een ‘schaaikaai’ (grenssteen tussen twee akkers) verplaatste, de rest van zijn leven veroordeeld was om brandend door de velden te zwerven.
Is het verwonderlijk dat het vaststellen van de grens tussen twee grondgebieden een lastige opgave is? In ons heem hebben we dat meegemaakt. Toen in 1830 een deel van de Belgische bevolking zich los wilde maken van het grote Koninkrijk der Nederlanden en de noordelijke Nederlanden deze wens uiteindelijk in 1839 in moesten willigen, moest er natuurlijk een grens vastgesteld worden tussen de twee zelfstandige staten.
De binationale commissie die hiermee belast werd, vergaderde maar liefst zevenhonderd keer. In 1843 werd de grens beschreven in het ‘Tractaat van Maastricht’. Daarna konden de 369 gietijzeren grenspalen tussen Vaals en Cadzand geplaatst worden. Toch was de grens niet af! Waar Baarle begon, werd paal 214 geplaatst. Dan volgde vijftig kilometer grens zonder palen. Nummer 215 kreeg zijn plaats, daar waar de gemeentegrenzen van Meerle, Baarle en Chaam elkaar raken. De commissie vond de situatie in het verbrokkelde Baarle-Hertog-Nassau te ingewikkeld. Meer dan vijfduizend percelen werden afzonderlijk en één voor één bekeken om te bepalen of ze tot Hertog dan wel tot Nassau behoorden. Oude koopakten, pachtcontracten, testamenten en mondelinge uitspraken van oudere bewoners gaven uitsluitsel. Aan de hand van deze resultaten werd een voorlopige grens bepaald. Die heeft het tot 1974 moeten uithouden. Op 26 april van dat jaar is de buitengrens tussen Baarle-Nassau en de aangrenzende Belgische buurgemeenten officieel tot rijksgrens verklaard. Voor de enclavegrenzen gebeurde dit pas op 31 oktober 1995. Vanwege die zeer langdurige onzekerheid heeft Baarle geen grenspalen. Of toch…?
Vreemde steen
We laten hier Antoon van Tuijl aan het woord over een merkwaardige vondst: “Als natuurliefhebber en heemman zwerf ik graag door de Baarlese landschappen. Zo wandel ik op een dag – het moet najaar 2003 geweest zijn – over het Ginhovens Baantje. Dat is een oud zandpad dat het Baarlese Gorpeind verbindt met het Zondereigense Ginhoven. Ik steek het Merkske over en zie dat een loonwerker op Belgisch grondgebied heel recent de bermsloten geschoond heeft. Een paar honderd meter verder ligt een vreemd stuk steen in de berm. Arduin zo te zien. Hij heeft iets weg van een zuiltje dat een ruwe rotsachtige onderkant heeft en een bovendeel dat recht gekapt is, ongeveer 20 bij 20 centimeter. De hele steen is zo’n 75 centimeter lang. In het bovenvlak staan de letters B H gebeiteld. Merkwaardig. Een paar dagen later ga ik terug naar die plaats om er foto’s van te maken. Geen steen meer te vinden. Hij is weg! Jammer.”
“In 2014 zijn de werkzaamheden van de Ruilverkaveling Zondereigen in volle gang. Langs het Ginhovens Baantje wordt op zeker moment aan de ene zijde een nieuwe bermsloot gegraven. Aan de andere zijde wordt de bestaande greppel uitgegraven. Ik wandel daar weer eens kort na het uitvoeren van deze werken. Wat schetst mijn verbazing? Daar ligt zomaar het arduinen zuiltje met de letters B H wéér in de berm! Deze keer aan de andere kant van het zandpad. Ik neem deze keer maatregelen. Nog dezelfde dag ga ik terug met de auto. Het kost heel veel moeite en kracht en het is niet goed voor mijn rug, maar ik breng het zuiltje ‘in veiligheid’. Sinds die tijd bewaren we het op het binnenplaatsje van het Heemhuis. Ik bezorg de mensen van de VLM (Vlaamse Land Maatschappij) een bericht over wat ik ondernam.”
Onderzoek
Amalia beijvert zich om heemgeschiedenis uit te pluizen en vast te leggen. Ook in het geval van het zuiltje moet eerst gepuzzeld worden. Wij doen navraag bij de VLM. Die is verantwoordelijk voor de ruilverkaveling in de omgeving van Zondereigen. Hier zit dus kennis van de omgeving. Filip Debrabandere is de contactman. Hij doet navraag maar kan niets achterhalen over een mogelijk grenspaaltje. Ook de gemeente Baarle-Hertog vindt geen stukken waarin sprake is van het plaatsen van grenspaaltjes. Dan gaan we op zoek naar deskundigen op het gebied van grenspalen. We vinden er een in de persoon van Peter Dirven (Baarle-Hertog, 1966). Hij woont in Weelde en kent dus onze omgeving heel goed.
Rechts op de foto: Peter Dirven.
De heer Dirven speurt naar alle soorten grensaanduidingen in binnen- en buitenland. Wij bezorgen hem enkele foto’s van ons zuiltje en een kaart waarop de vindplaats staat aangeduid. Hij reageert snel en schrijft ons het volgende: “Ik heb al vele jaren ervaring met het zoeken naar grenspaaltjes en ben al van alles tegengekomen. Uit ervaring weet ik intussen dat een losse grenspaal of -steen nooit ver weg ligt van de oorspronkelijke standplaats. Ook omgekeerd, ligt een verdwenen gewaande grenspaal meestal niet ver weg van de lege oorspronkelijke standplaats, tenzij hij gestolen of bewust verplaatst is. De reden is dat ze meestal te zwaar zijn om ze zomaar mee te nemen. Mijn idee is dat dit grenspaaltje – want dat is het beslist! – wel eens gestaan kan hebben dicht bij het Merkske. Daar in het Ginhovens Baantje verspringt de grens op een bijzondere manier. Volgen we hem vanuit het oosten, dan loopt hij door het Merkske, buigt vóór de duiker haaks af naar het zuiden, volgt dan het Ginhovens Baantje enkele tientallen meters richting Zondereigen. Hij loopt hier opvallend genoeg aan de oostzijde van de weg en niet door het hart ervan! Dan gaat hij haaks westwaarts, dwars over de weg en volgt het kleine weggetje dat naar de voormalige paalkampeerplaats leidt. Hier ligt dus een stukje Nederlands grongebied zuidelijk van het Merkske. Dat gebeurt op meer plaatsen en er zijn ook Belgische percelen die noordelijk van de beek liggen.”
“Aan heel de Belgisch-Nederlandse grens waren er vroeger veel meer van die beek-overschrijdende landsdelen. Voor de overzichtelijkheid zijn die in 1843 geruild of anderszins opgeheven. Tussen de grenspalen 214 en 215 lag de situatie voor de grenscommissie anders. Hier werd immers geen officiële grens vastgesteld. De grilligheid bleef bestaan. Zo is er vooral aan het Merkske een bijzondere grens overgebleven met een opmerkelijke geschiedenis en een bizarre topografie. Er liggen zelfs nog enkele enclaves aan weerszijden van het grensriviertje. Opmerkelijk is ook – we zagen dat eerder al – dat er over de volle vijftig kilometer Baarlese grens geen grenspalen geplaatst werden. Ik vertel dit allemaal omdat ik van mening ben dat het zuiltje dat u vond, wel degelijk een grenspaaltje moet zijn. Het hoort thuis op de eerder beschreven plaats aan het Ginhovens Baantje bij het Merkske. Op een topografische militaire kaart uit 1899 staat op het punt waar de grens het Ginhovens Baantje oversteekt, een wit bolletje ingetekend. Een boom kan dat niet zijn, want bomen worden met zwarte stippen aangegeven. Hier staat wel degelijk een grenspaal aangeduid.”
Juist boven de rode balk staat een wit rondje – ons grenspaaltje – ingetekend.
“U vertelde me dat in het Ginhovens Baantje wat steenpuin gestort werd om de weg beter begaanbaar te maken. Welnu, ik weet van een aantal oudere mensen in Baarle en Zondereigen, dat daar karren en nog eens karren puin weggekapt zijn. Wie goed kijkt, kan nu nog zien dat deze weg hier aanmerkelijk hoger ligt dan de omliggende beemden. Ik denk dat ons grenspaaltje op het laatst nauwelijks nog zichtbaar geweest is. Dan is het niet vreemd dat het door de slootruimer verplaatst werd. Mogelijk gebeurde dat wel meerdere keren, tot het op de plaatsen terecht kwam waar u het tot twee keer toe aangetroffen hebt.” Tot zover Peter Dirven.
Uniek
Wij hebben op oude topografische kaarten de gehele grens van Baarle met de Belgische buurgemeenten minutieus nageplozen. Nergens anders dan in het Ginhovens Baantje is een grenspaaltje ingetekend. Het paaltje dat wij vonden blijkt uniek te zijn. Dan rijst de vraag om welke reden juist hier wél een grensmarkering geplaatst is en nergens anders. Daarover vonden we geen zekerheid. We hebben wel een veronderstelling. Wanneer het grensverloop zich hier zou gedragen zoals we dat op allerlei andere plaatsen aantreffen, dan zou de grens midden op het bruggetje (duiker) van het Merkske van richting veranderen, een stukje door het hart van de zandweg naar het zuiden lopen om dan weer westwaarts van richting te veranderen. Mogelijk vreesde de grenscommissie problemen. Wie is verantwoordelijk voor het onderhoud van de beekovergang? Moet Baarle-Hertog de oostelijke helft van brug of duiker beheren en Baarle-Nassau het westelijke deel? Dat is niet werkbaar! Het lijkt ons dat hier een verstandige keuze gemaakt werd die met een grenspaaltje aangegeven is. Ook voor de ‘vliegende’ douaniers kan deze grensaanduiding een goed hulpmiddel geweest zijn om te weten waar ze wel of niet mochten opereren.
De Baarlese burgemeesters, mevr. de Hoon-Veelenturf en dhr. Van Tilburg.
Het paaltje wordt overgedragen aan de twee gemeentebesturen en aan ieder die hier zal passeren. Amalia ziet hierin een extra symbool van de absoluut unieke grenzenverstrengeling die Baarle tot het meest merkwaardige dorp ter wereld maakt.
Het paaltje staat straks bij Knooppunt 33 van het Vlaamse Wandelkooppuntennetwerk.
Roggerentjes
Belasting betalen is een eeuwenoude last. Tijdenlang gebeurde dat in natura. De meeste mensen waren landbouwer en voldeden aan hun verplichting door het afstaan van een deel van hun oogst. Het gewone volk betaalde belasting aan de wereldlijke machthebbers en aan kerkelijke overheden. Er was ook nog een speciale belasting ten gunste van de armen in de gemeenschap.
Omtrent 1840 krijgen mensen in Baarle de gelegenheid hun armenbelasting om te zetten van in natura naar een geldbedrag, behorend tot een boerderij of een bepaalde akker. Er zijn dan boeren die hun schuld ineens afkopen. Anderen tekenen voor een bepaalde schuld waarover jaarlijks rente betaald moet worden. Het gaat om geld voor rogge, dus roggerente. Meer dan 160 jaar lang betalen enkele Baarlenaren hun armenbelasting in de vorm van een klein bedrag (nauwelijks € 10,- in totaal!) aan de gemeente Baarle-Nassau. In september 2006 schaft de gemeente uit praktische overwegingen dit historisch overblijfsel van de vroegere armenzorg af.
Om de herinnering aan deze oude traditie toch levend te houden, heeft Heemkundekring ‘Amalia van Solms’ in samenspraak met de gemeente Baarle-Nassau de ‘Roggerentjes-Nieuwe-Stijl’ bedacht. Die houdt in dat ‘Amalia’ jaarlijks aan de gemeenschap van Baarle via de gemeente Baarle-Nassau een klein project van cultuurhistorische en/of landschappelijke en/of recreatieve aard aanbiedt. Het doel is, ergens een stukje Baarle te behouden, te herstellen of te verfraaien en onder de aandacht te brengen. De ‘Roggerentjes’ waren er ten behoeve van de gewone mensen. Dat geldt ook voor de ideeën die ‘Amalia‘ inbrengt. Ze passen in haar doelstellingen: zorg voor en verbetering van ons heem.