Aon de praot mee…. Antoon vanTuijl (deel 2)
“Die hele bio-industrie zit tot zijn nek toe in de problemen. Ik vind het een ramp voor de dieren. Ik vind het nog het ergste voor de boeren die er in werken want die hebben al jaren en jaren telkens nieuwe maatregelen moeten treffen en investeringen moeten doen.”
ANDRÉ MOORS
In de vorige Van Wirskaante kwam Antoon al uitgebreid aan het woord. Hij heeft dan ook heel veel interessants te melden uit zijn rijke leven.
In deze Van Wirskaante wordt het interview met Antoon afgerond. Eerst komen aan de orde zijn gelukkige jaren met zijn vrouw Clara en het indrukwekkende afscheid van haar na een slopende ziekte. Daarna vertelt hij het een en ander over het buitengebied van Baarle, zijn liefde voor de natuur en de problemen waarmee agrariërs geconfronteerd worden. Hij heeft ook een uitgesproken mening over de kom van Baarle en het dagtoerisme. Ook komen zijn creativiteit (verzamelen, schilderen, beeldhouwen, tekenen), zijn vele werk voor heemkundekring Amalia van Solms en zijn voettochten naar Santiago de Compostela aan de orde.
Antoon ontmoet zijn geliefde vrouw
Zoals in de vorige Van Wirskaante vermeld, treedt Antoon in de loop van 1985 uit de orde van de Broeders De la Salle. Tot oktober 1987 woont hij in Ulvenhout. Dan koopt hij een woning aan de Oranjelaan in Baarle-Nassau. Hier woont hij nog altijd. Hij geeft (tot april 2001) les aan de Mavo in Baarle. In zijn vrije tijd bezoekt hij regelmatig musea en dergelijke. Eind 1988 bezoekt Antoon een tentoonstelling van Brabantse schilders in het Kempenlandmuseum in Eindhoven.
“Daar kwam ik Clara Vlasbom tegen, geboren in Heerjansdam op 21 januari 1947. We keken in het museum naar de tentoongestelde werken. We raakten aan de praat en besloten samen een kopje koffie te gaan drinken. In de buurt was een paviljoen waar je wat kon drinken. Dat bleek gesloten te zijn. En toen zei Clara, dan kunnen we net zo goed naar Nuenen rijden waar ze woonde. Je merkt dat je gelijke interesses hebt en je vindt elkaar aardig. Zo is het gekomen! Clara beoefende een kunstambacht, namelijk het kantklossen. Daarin gaf ze ook les.”
Het klikt tussen Antoon en Clara zo goed, dat ze besluiten om enige tijd voor hun huwelijk bij Antoon in huis te gaan samenwonen. Op 20 februari 1991 stappen ze in het huwelijksbootje, in Den Bosch om precies te zijn. Tijdens het eerste jaar van hun huwelijk gaat het goed met de gezondheid van Clara. Ze kunnen samen leuke dingen doen en gaan ook op vakantie.
Antoon: “Vanaf het moment dat ik Clara leerde kennen, heeft ze heel eerlijk verteld over haar mindere gezondheid. Toen ze negentien was, kreeg ze namelijk de ziekte van Hodgkin. Daar is ze twaalf jaar mee in de weer geweest. Alles bij elkaar kreeg ze ruim zeventig bestralingen. Röntgenfoto’s werden aan de lopende band gemaakt. Zesmaal kreeg ze een chemokuur. Tijdens de laatste chemokuur zei ze tegen de dokter, nou stop ik er mee. Volgens mij is de ziekte weg. Na een paar onderzoeken werd dat door de arts bevestigd. Toen heeft ze geprobeerd de schade in te halen door een aantal jaren te werken als een gek. Na verloop van tijd merkte ze toch wel dat ze schade had opgelopen.
Toen we een blauwe maandag getrouwd waren, kreeg Clara een hartinfarct. In de Klokkenberg werd haar verteld dat ze dat infarct ‘te danken’ had aan de talloze bestralingen. Vanaf haar hartinfarct moest Clara telkens weer wat inleveren. Haar uithoudingsvermogen en het lopen gingen achteruit. Na weer een onderzoek werd geconcludeerd dat in het ziekenhuis van Rotterdam het ene deel van haar rug was bestraald, in een Eindhovens ziekenhuis het andere. Maar een gedeelte van haar rug werd door de overlapping dubbel bestraald. Dat was een medische fout. Gevolg: er zaten gaten in haar ruggenmerg. Het lopen ging zó achteruit dat dit eerst met krukken moest. Later kreeg ze een rolstoel. Haar buikpijnen werden steeds heftiger. Ze kon nauwelijks nog iets eten. Toen ze een maagonderzoek kreeg in het ziekenhuis, zei de dokter dat ze niet nuchter was! Daar ben ik boos over geworden. Bij een vervolgonderzoek kort daarna bleek dat ze een grote maagzweer had die ook nog eens kwaadaardig was. Ze is er aan geopereerd. Maar opnieuw werd een fout gemaakt door haar noodzakelijke medicijnen niet naar huis mee te geven. Gevolg was dat ze nog tien keer opgenomen moest worden. Haar toestand ging steeds verder achteruit. Tussen al die ziekenhuisbezoeken door bezochten we toch regelmatig mooie tentoonstellingen en maakten ook nog vele leuke uitstapjes.”
En ondanks alles gaan Clara en Antoon elk jaar samen op vakantie. Maar het worden wel steeds meer aangepaste vakanties, hier en daar in een vakantiewoning, met weinig tot geen inspanningen. “We hebben samen een buitengewoon goede tijd gehad. We waren heel goede maatjes. Clara kon ook heel goed koken. Ik heb er veel van geleerd.”
Clara’s gezondheidtoestand verslechtert dramatisch
“Wij hebben Clara’s overlijden ruim van tevoren zien aankomen. Clara heeft heel lang moeite gehad met de vraag, hoe het straks verder met mij zou moeten. Toen ze er van overtuigd was dat ik niet in eenzaamheid zou verpieteren, heeft ze zich overgegeven. Op een gegeven moment heeft ze besloten, ik kan niet meer eten, dus ik probeer het ook niet meer. Onze huisarts heeft gezorgd dat ze morfinepleisters kreeg zodat nodeloze pijn zoveel mogelijk wegbleef. Ik heb thuiszorg ingeschakeld en van het schoolbestuur kreeg ik zorgverlof. Dat heb ik heel erg gewaardeerd. Ik bereidde me voor op de opmerking van de huisarts dat Clara spoedig in coma zou raken. Maar dat was niet waar. Ze is gewoon acht weken helder gebleven! In die acht weken heeft ze niets gegeten en nauwelijks iets gedronken.
Clara overlijdt en wordt in een heel bijzondere kist gelegd
Antoon vertelt uitvoerig over de indrukwekkende gebeurtenissen, voor en tijdens haar overlijden, de uitvaartplechtigheid en het uitstrooien van haar as. In zijn ogen bespeur ik, heel begrijpelijk, emotie. En het moet gezegd, ook de schrijver van dit artikel wordt er door geraakt.
Een paar dagen voor het overlijden van Clara vraagt ze aan Antoon welke kleren hij met de uitvaartplechtigheid aandoet. “Ik zeg, dat is een goede vraag. Nou zegt Clara, ga maar eens naar van der Sluis en koop maar eens een mooi pak. Toen ik het haar liet zien, vond ze het prachtig. Nieuwe schoenen moest ik ook nog van haar kopen. Een paar weken voor haar overlijden bestelt Antoon al haar doodskist. Het was volgens Antoon een rare gewaarwording toen ze die bij hem aan huis kwamen afleveren. Antoon had er speciale bedoelingen mee, vandaar.
“Clara lag als kind heel graag languit in de wei tussen gras en bloemen naar de wolken te kijken. Dus toen heb ik Clara gezegd, als jij dood bent kom je in een wei met bloemen te liggen met de wolken boven je. Ze was het er helemaal mee eens. Dus heb ik een wolkenhemel met zon, maan en sterren op de bovenkant van de kist geschilderd. Op de zijkanten van de kist schilderde ik een wei met gras en volop bloemen. Toen de kist klaar was heb ik haar gevraagd of ze die graag wilde zien. Dat hoefde niet. In de vroege morgen van 3 juni 1999 overlijdt Clara op 52-jarige leeftijd, heel rustig en kalm.
Vervolgens heb ik cadeautjes gemaakt die ik bij haar in de kist heb gelegd. Ook dat had ik met haar besproken. Weet je, in elke cultuur geven ze de doden toch cadeautjes mee. Waarom wij dan niet? Ik heb wat kantklosjes, garen en een patroontje in een klein rolletje gedaan en daar een tekst bij geschreven. Omdat Clara ook van muziek hield, heb ik haar een blokfluitje meegegeven. Omdat ze zo graag las, ook een leesboekje. In totaal wel een tiental cadeautjes. De kamer waar ze werd opgebaard en voor die tijd altijd bezig was, heb ik ingericht met haar studiehoekje, kantklostafel en schilderplekje. Toen ze opgebaard lag, draaide ik hele rustige, stemmige muziek met wat vogelgeluiden. Familie, buren en vrienden die van Clara afscheid kwamen nemen, zeiden toen ze weer beneden kwamen, het is net of we iets meegekregen hebben. Die mensen waaronder jij, hielden aan het afscheid nemen een heel vredig gevoel over.”
De uitvaartplechtigheid vindt plaats in de Salvatorkapel. Dat Antoon en Clara kozen voor deze kapel op Nijhoven, had zijn weloverdachte reden.
Antoon: “Clara was van protestante huize, ik van katholieke. In de mooie Salvatorkapel hebben de psalmen geklonken van de protestanten en de Gregoriaanse liederen van de katholieken. Mede daarom dacht ik, dit is de plek waar we het gaan doen. Ik kreeg alle medewerking van de familie Jacobs die voor de kapel zorgt. Ik ben er de zitplaatsen gaan tellen. Dat klopte precies met het aantal mensen dat ik graag wilde uitnodigen. Ik heb zelf de afscheidsdienst gedaan. Het was de eerste uitvaartplechtigheid sinds mensenheugenis die in de kapel plaatsvond. Dat vond ik wel mooi.”
Na de dienst in de Salvatorkapel wordt Clara overgebracht naar het crematorium in Turnhout. Alleen de directe familieleden zijn daarbij aanwezig. De overige mensen die de dienst bijwoonden, gaan meteen naar de Lindeboom voor de koffietafel. Antoon en zijn directe familie sluiten zich daar later bij aan.
Uitstrooien van haar as op een bijzondere plek en onder een bijzonder gesternte
Met het uitstrooien van de as, wacht Antoon nog even. Tijdens haar leven hadden ze samen al besloten waar de stoffelijke resten van Clara uitgestrooid zouden worden.
Antoon: “Dat was een heel geliefde plek in de natuur waar zowel Clara als ik heel graag kwamen. De asuitstrooiing was een wonderlijk gebeuren. Ik had er een zaterdagavond voor uitgekozen. Om twaalf uur middernacht was ik ter plaatse. Het regende dat het goot! En het waaide, verschrikkelijk! Ik loop daar dat terrein op en zie ineens de wolken openbreken, er komen een paar sterren tevoorschijn. Voor ik op de bewuste plek ben, is de lucht leeg en schoon. Het waaide nog steeds ontzettend hard. Ik denk, dat komt goed uit. Ik haal het deksel van het blik waarin de as zat. Zo hoog als ik kon gooide ik de as de lucht in. En die asdeeltjes, duizenden in getal, glinsterden in het licht van de maan. Zo mooi! Het was een geweldig moment. Als ik er nu kom en de plantjes zie groeien, dan denk ik, kijk, dat is nou reïncarnatie! Terugkijkend ben ik er van overtuigd dat ik een groot deel van mijn rouwverwerking, gedeeld heb met Clara toen ze er nog was. Ik heb na haar overlijden altijd geleefd in een warme wolk van goed gevoel.”
Ik vraag Antoon of hij nooit meer de behoefte heeft gehad om een andere vrouw te ontmoeten. Antoon: “Ik heb vriendschap met Marijke, waar ik mee ga wandelen, muziekvoorstellingen en exposities bezoek, deel neem aan cursussen schilderen en beeldhouwen. Ze houdt ook van vogeltjes, nou dat kan niet beter!”
De natuur in Baarle
Als echte natuurmens stond Antoon begin jaren zeventig aan de wieg van de plaatselijke milieuvereniging. Ook werd hij in die jaren actief binnen de Baarlese gemeentepolitiek. Als lid van de partij ABGB (Algemeen Belang Gemeente Baarle, later samengegaan met de parij Werknemersbelangen en geworden tot de huidige VPB (Vooruitstrevende Partij Baarle). Hij vroeg dan vooral aandacht voor de bescherming van onze natuur.
In dit interview benadrukt Antoon de waarde van het Baarlese landschap. Volgens hem vindt dat zijn oorsprong in het feit dat het landschap hier hele mooie zachte glooiingen heeft. Dat kom je volgens hem op andere plaatsen niet zo veel tegen. Die glooiingen hebben te maken met beekdalen en zandruggen. Antoon: “Daardoor krijg je ook verschillen, vooral door het vroegere agrarische gebruik van het landschap. In de loop van de jaren is het verschillend gebruikt. In de landbouw was er een eenvoudig systeem: vlakbij de nederzettingen had je op de hogere, drogere gronden de akkerbouw. In de beemden moesten de mensen het hooi gaan halen. De heidevelden waren nodig om de schapen en eventueel de koeien te laten grazen en om daar heiplaggen te halen om mest te kunnen maken. Die drie elementen met de overgangsgebieden er tussen heeft de Brabantse natuur in het algemeen, de Baarlese in het bijzonder ontzettend rijk gemaakt. Daarvan is in de loop van de jaren het een en ander verloren gegaan.”
Ik ben heel benieuwd of er de afgelopen dertig jaar bijvoorbeeld, veel is veranderd in de Baarlese natuur. Antoon denkt lang na en zegt dan: “Als je liefhebber bent van gevarieerde en rijke natuur, dan heb ik die heel sterk terug zien lopen. In de jaren zeventig zijn er rapporten gemaakt over ons Baarlese landschap met heel nadrukkelijke aanbevelingen. Als dan in zo’n rapport staat dat een bepaald stukje natuur de hoogste bescherming zou moeten hebben die je kunt voorstellen, dan val ik van mijn stoel af als een jaar later de gemeente toestemming geeft om dat stukje te ontginnen. Door onder andere schaalvergroting, egalisatie, verdroging en vermesting is er heel veel aan natuurwaarden verloren gegaan. Begin jaren zeventig krioelde het in weilandjes en beemden van de knolsteenbreek, om maar eens een zeldzame plant te noemen. Vandaag de dag zijn die bijna helemaal weg. Overal zag je toen nog veldleeuweriken vliegen. Misschien kun je nou nog terecht op de Castelresche heide, terwijl de veldleeuwerik eigenlijk een echte akkervogel is.”
De landinrichting biedt veel voordelen voor boer en natuurliefhebber
Op dit moment is er volgens Antoon weer een fundamentele verandering tot stand gebracht door de landinrichting. “Wat ik daar de grote winst van vind, is dat de boeren er op vooruit gegaan zijn doordat ze veel betere en grotere kavels gekregen hebben, voor zover het kon, dicht bij huis. Daardoor kunnen ze veel kosten besparen bij het werk. Goed vind ik ook dat er een heel duidelijke grens is gemaakt: dit is landbouw en dat is natuur. Ieder heeft nu gewoon zijn eigen terrein. Risico kan wel zijn dat het landbouwgebied niet meer gezien wordt als waardevol voor het landschap. Ik vind dat de landbouw zich zou moeten afspelen in een aangenaam landschap. Burgers, boeren en buitenlui, we leven allemaal in het landschap. Recreëren moet ook mogelijk zijn in het landbouwgebied. Ik blijf me de vraag stellen: van wie is het landschap?!”
Megastallen
Antoon zegt het erg te betreuren dat de discussie zich verplaatst heeft van de intensieve veehouderij in het algemeen naar megastallen. “Die superstallen vormen een groot probleem, dat erken ik wel. Ik vind nog steeds, ja in nog sterkere mate, dat de intensieve veehouderij, ook wel vee-industrie genoemd, in alle opzichten een fundamenteel fout systeem is. En nou klaag ik geen enkele boer aan, maar ik klaag het systeem aan zoals dat van bovenaf is ontwikkeld. Ik denk daarbij aan grote landbouworganisaties, verschillende ministeries, grote bedrijven die belang hebben bij de intensieve veehouderij.
Een voorbeeld. Achtereenvolgende ministers van landbouw weten al dertig jaar dat het fout gaat met de antibiotica die aan de dieren gegeven worden. En nog treffen ze géén fatsoenlijke maatregelen. Ze hebben het nou over met de helft verminderen bij het toedienen ervan , terwijl als je in het ziekenhuis terecht komt er een bord hangt dat je het moet melden als je in de bio-industrie werkt. Het zou verplichte literatuur moeten worden voor iedereen om het manifest te lezen dat vorig jaar is uitgekomen, opgesteld door een groep medisch- specialisten, hoogleraren en anderen. Die hebben die hele bio-industrie, wat er allemaal fout aan is en wat er de komende tijd fout dreigt te gaan op een rij gezet. Gewoon zakelijk, maar uit grote bezorgdheid. Het kan niet dat in een klein land zoveel dieren gehouden worden want dan krijg je problemen met het huisvesten en de gezondheid van dieren. Wat ze ook verzinnen, er zitten gewoon teveel dieren op een te kleine oppervlakte. Die beesten hebben geen fatsoenlijk leven. En bovendien in zo’n klein land, je moet het voer bij elkaar slepen van over de hele wereld. Het afval blijft hier, terwijl dat nodig is voor de grond daar. Waarom moeten wij als klein landje voor de halve wereld vlees produceren? Vlees is trouwens een zeer onrendabele manier van voedselgebruik. Dat kun je kinderen in één biologieles uitleggen! Die hele bio-industrie zit tot zijn nek toe in de problemen, zoals dierziekten, dierenwelzijn, milieuschade en steeds meer ook voor de mensengezondheid. Ik vind het een ramp voor de dieren. Ik vind het nog het ergste voor de boeren die er in werken want die hebben al jaren en jaren telkens nieuwe maatregelen moeten treffen en investeringen moeten doen. Maar het wordt niks. Die boeren blijven er mee op hun nek gezeten worden en die krijgen dan ook nog het gevoel dat de hele maatschappij tegen hen is.
Het gaat wel over mensen hè. Boeren zijn vaak bezig met nieuwe plannen en nou loopt dat hier en daar vast. Dat is voor boerengezinnen niet om te hebben! Nog een keer, ik heb wel degelijk oog voor de problemen van de boeren. Ik lees ook dat ze telkens geconfronteerd worden met weer nieuwe maatregelen en voorschriften. Die mensen worden toch horendol! Wat is er niet gebeurd met mestregelgeving? Elk moment anders. Er moet een fundamentele wijziging komen in het beleid. Dat wil zeggen dat de overheid dient te beginnen met een stelselmatige afbouw van die bio-industrie. Maar daar durft de politiek niet aan. Nee, ze doen het anders. Onlangs sloten meerdere parijen een convenant. Ze roepen gezamenlijk: Wij maken de intensieve veehouderij duurzaam!! Dat kán niet!! Miljoenen en miljoenen dieren houden in een klein land, uit heel de wereld het voer aanslepen, de mest verwerken en de vleesproducten over de halve wereld exporteren…. Hoe kan dat nou duurzaan zijn?
Wat gaan we zien? Er komen wéér nieuwe eisen. Daar kunnen alleen megabedrijven aan voldoen en de familiebedrijven moeten afhaken. De politiek werkt nog steeds aan de achterkant van het varken en blijft dus in de stront roeren! Het systeem stinkt,” aldus Antoon.
Seizoenen
Ofschoon tropische landen ook een vorm van seizoenen hebben, geniet Antoon heel erg van de vier seizoenen zoals wij die kennen. Er is geen seizoen waarvoor hij een speciale voorkeur heeft. “Ik ben wel altijd heel gelukkig als de lente begint, want dan beginnen de vogels weer te fluiten. Ook al is het in de herfst of winter mateloos slecht weer, dan geniet ik toch. Met een storm lekker buiten lopen, dat is verrukkelijk! Slecht weer bestaat niet. Je hebt droog weer, nat weer, winderig weer, koud weer en heet weer. Nee, slecht weer bestaat niet!”
Het ‘dorpsschoon’ van Baarle en de dagjesmensen
Ik ben benieuwd of Antoon al dan niet van oordeel is of de bebouwde kom van Baarle de laatste 60 jaar veel is veranderd.
“Als je een beetje op de nostalgische toer gaat, denk je al heel gauw, het dorp is er op achteruitgegaan. Want dat heeft een aantal gevels en straatbeelden verloren. Nou ben ik er niet op tegen dat iets op een gegeven moment als het versleten en eigenlijk niet meer fatsoenlijk te restaureren is, vervangen wordt. Ik vind echter dat er op een aantal plaatsen dingen zijn neergezet die werkelijk niks met de omgeving te maken hebben. Neem bijvoorbeeld de Rabobank, die past helemaal niet op de Singel. Zo’n Rabobank is gebouwd met een marmeren gevel in het jaar dat de provincie Noord-Brabant pleitte, “Brabant bouwt in baksteen!” Dat deed dus de Rabobank even niet. Overal in Brabant heeft de Rabobank gaten geslagen in het straatbeeld. Behalve in een paar dorpen waar de gemeentebesturen oog hadden voor het dorpsschoon, bijvoorbeeld in Hilvarenbeek en Oirschot.
Neem dat Hertoghuis op de splitsing Alphenseweg met Oosteind. Wat staat dat daar te doen? Veel te groot te wezen en leeg te staan. Buiten dat, er zijn nog wel een hoop andere appartementgebouwen die niets met het dorpse karakter van Baarle te maken hebben.”
Het toerisme is in Baarle volgens Antoon in kwaliteit verminderd, vooral het dagtoerisme. “Ik heb het gevoel dat de meerderheid van de dagjesmensen zich liever niet thuis verveelt, dus dat hier komt doen. Het is een beetje rondkuieren, oh ja hier hebben ze friet, nou dan eten we toch een frietje. Voor dat rondkuieren is overigens nauwelijks ruimte door de opdringende terrrassen. Er wordt door een belangrijk gedeelte van de middenstand te weinig kwaliteit geboden. Om maar eens wat te noemen, Baarle had een heel mooie galerie. Nou, daar stouwen ze een hoop vuurwerk naast. De klanten komen niet meer en de galerie is gesloten. Kwaliteit verdwijnt voor bocht! Op dit moment zijn er gewoon geen klanten voor kwalitatieve winkels. Klanten die iets te besteden hebben, willen hier niet op zondag drie kwartier met de auto rond rijden om die ergens kwijt te kunnen. Als onze overheid het goed vindt dat ergens in Baarle een garage wordt opengegooid en iemand schudt daar een aanhangwagen met weet ik wat voor troep neer, wat maakt die handelaar zich dan druk over de omgeving? Wat trekt een weekend-winkelier zich aan van de “uitstraling” van Baarle? Nee, er is in de kom duidelijk sprake van verloedering. Het niveau van wat we bezoekers te bieden hebben, is veel te laag. Als ‘Baarle’ denkt dat dat te redden valt met een nieuw recreatiepark, op 5 km afstand, dan snap ik het ook niet meer,” aldus Antoon.
Heemkundekring Amalia van Solms
Als er iemand binnen de vereniging is die ontzettend veel tijd en energie heeft gestoken in Amalia, is het Antoon. Niets was hem teveel. Hij beaamt dat hij niet gemakkelijk nee kon zeggen. “Mijn investering in Amalia is zeker heel zinvol geweest. Ik denk dan vooral aan het vastleggen van alles wat op Baarle betrekking heeft in boeken, in ons tijdschrift Van Wirskaante, in onze Bibliotheek en Documentatiecentrum, in dia-, film- en fotoreeksen. Het heeft altijd dubbel gewerkt. Doordat je daar mee bezig bent, vergroot je je kennis. En die kennis kun je weer gebruiken. In Bidoc (Bibliotheek en Documentatiecentrum) steek ik nog steeds veel tijd. Alles wat we te pakken kunnen krijgen, verzamelen en ontsluiten we. Ik zou best wel willen zien dat wat meer mensen, inwoners van ons dorp, daar meer mee deden. We zijn niet veel verder dan dat inwoners in de fotoboeken snuffelen. Ik weet bijna zeker dat heel veel mensen gewoon niet weten wat voor waardevolle documenten wij bewaren. Met de Midzomernachtmarkt waren er mensen in het heemhuis die hun ogen uitkeken. Zij wisten niet dat wij zoveel waardevols in onze bibliotheek hebben. Wij spreken terecht van het geheugen van Baarle”
Over ledengroei gesproken, Antoon is er van overtuigd dat die vooral is veroorzaakt door de kwaliteit van ons heemblad, Van Wirskaante. “Je hoort van alle kanten dat men het beoordeelt als een blad van hoge kwaliteit, zowel qua vormgeving als inhoud. Maar ook ons brede aanbod van activiteiten spreekt mensen aan. Leden die deelnemen aan activiteiten, of het nou een heemreis is of een lokale heemdag, zijn na afloop altijd erg enthousiast. Mooi toch! Wat mij ook altijd opvalt, bij die activiteiten valt nooit één onvertogen woord. Trots ben ik er ook op dat we door onze werkwijze best wel een behoorlijke portie bewustwording teweeg hebben gebracht bij particulieren en gemeentebesturen.
Wat de samenwerking met de gemeenten betreft, ik vind het een goede zaak dat die af en toe op ons een beroep doen om dingen uit te zoeken. Omgekeerd, als wij wensen hebben, vinden we over het algemeen ook een gewillig oor bij de gemeenten.”
Zorgen maken dat er ooit een brand zou zijn in het heemhuis die het hele archief zou vernietigen, heeft Antoon niet. “Natuurlijk, zoiets is mogelijk. Maar ik ga mij daar niet bij voorbaat druk over zitten maken. Bewustwording van de risico’s leidt tot aangepaste werkwijzen. En dat is goed. Nee, waar ik me meer zorgen over maak, is dat er op een gegeven moment, na onze generatie, geen mensen meer zijn die bestuurlijk de Heemkundekar zouden willen trekken. Wat gaat er dan gebeuren? Komen ze dan met een container en gaat alles naar de papierversnipperaar? Nou, ik ga mij er toch maar geen zorgen over maken! Leven met ongerustheid is niet gezond.”
Wat een creatieve man is Antoon
Antoon heeft, wat creativiteit betreft, een viertal specifieke aandachtsgebieden: tekenen, schilderen, beeldhouwen en verzamelen.
Wat dit laatste betreft, Antoon verzamelt al heel lang leuke voorwerpen. Antoon: “Niet meer en niet minder. Ik zit graag tussen leuke, mooie, kleurige vormen. Niet een specifiek aandachtsgebied. Mijn verzamelwoede is ontstaan toen ik in de beginperiode van het les geven op de Mulo een heel grote zolder van tweehonderd m2 ter beschikking kreeg. Ik gaf er tekenles en handvaardigheid. Vervolgens heb ik alle ruimten in het klooster aan de Pastoor de Katerstraat afgestruind naar oude voorwerpen. Die vonden hun plaats op mijn zolder. Leerlingen brachten ook al eens wat mee. Op een gegeven moment vond ik in het klooster links en rechts oude sleutels die nergens meer voor gebruikt werden. Die heb ik, zo’n vierhonderd stuks, netjes opgehangen. Het stelt niks voor, heeft geen waarde maar het kleedde de ruimte wel aan. Het heeft me zeer gedaan toen we het klooster verlieten want toen heb ik alleen wat spulletjes bij elkaar geharkt waar een verhaal achter zat. Bijvoorbeeld veertien paardengebitten die ik van een leerling kreeg. Hij had ze allemaal gekregen van boeren die bij hem thuis in de buurt woonden. Hij ging dood aan een hartkwaal toen hij net van school af was. Nou, zo’n verzameling doe ik niet weg. Boven op mijn werkkamer, in de huiskamer, in mijn tuinkamer (voorheen garage) staat van alles en nog wat. Hier op de vensterbank heb ik blauw glas staan. Ik vind dat mooi! Als ik zoiets ergens tegenkom, dan neem ik het mee.”
Antoon heeft een prachtig handschrift. Wat mij altijd opvalt in schrifturen van Antoon, is dat er nooit een doorhaling is te zien. Alle tekst wordt foutloos geschreven.
Antoon: “Mooi schrijven hoort een beetje bij mijn tekenaanleg, denk ik. Mijn moeder had weliswaar slechte ogen, maar schreef toch ook mooi. Tekenen heb ik altijd, heel mijn leven lang, graag gedaan. Portrettekenen kan ik niet. Misschien wel als ik er lessen voor zou gaan volgen. Van natekenen hou ik niet. Ik teken het liefst eigen bedenksels of wat ik heb gezien. Mijn aanleg gaat vooral naar het illustratief tekenen. Ik ben grafisch aangelegd, gewoon in zwart-wit. Begin jaren negentig ben ik op de Nieuwe Veste in Breda schildercursussen gaan volgen. Uiteindelijk resultaat is dat ik later ook kleurrijke schilderijen ben gaan maken. Bij voorkeur werk ik met acrylverf. Ik werk graag snel en dat kan met acryl. Tot op de dag van vandaag ga ik nog één middag per week naar de Nieuwe Veste. Ik voer daar voortaan niet zozeer de opdrachten uit, maar leg me meer toe op het eigen vrije werk.”
Zijn interesse voor beeldhouwen is ontstaan tijdens de deelname met zijn broers en zussen aan een van hun jaarlijkse familiedagen. “Toen een broer de organisatie had van zo’n dag, zorgde hij voor een excursie naar de beeldentuin de Buffel in Vinkel. Daar lag een folder over beeldhouwworkshops. Een jaar later ben ik begonnen met de cursus. Eerst leggen ze je wat uit over de soorten beitels en welke hamers kun je gebruiken. Ook krijg je uitleg over de hardheid van bepaalde steensoorten. Twee jongens uit Zimbabwe lopen er rond en geven je uitleg. Tot nu toe heb ik bijna alleen maar gewerkt met opaalsteen. Dat is een halfharde steen.
Die kapt vrij gemakkelijk, kun je goed raspen en vijlen, schuren met schuurpapier. Opaalsteen is weerbestendig en kan dus ook in de winter buiten staan. Als je opaalsteen polijst, wordt ie groen en als je hem schuurt wordt ie grijs. Bij mijn beelden die ik tot nu toe kapte, maakte ik vantevoren geen tekening. Daarvoor is wel nodig dat je je de dingen ruimtelijk kunt voorstellen.”
Antoon heeft geen voorkeur voor schilderen of voor beeldhouwen. “De ene keer ben ik helemaal van de wereld als ik aan het schilderen ben. De andere keer als ik aan het beeldhouwen ben. Tot nu toe heb ik acht beelden gemaakt. Kunst in z’n algemeenheid spreekt mij heel erg aan. Ik probeer zoveel mogelijk musea en dergelijke te bezoeken. Als ik in Frankrijk op vakantie ben, nou dan heb je daar de bouwkunst voor het oprapen. Vaak zie je daar prachtige bruggen, huizen en kastelen. Bijna elk dorpje heeft nog een eeuwenoud kerkje. Nou, dan moet ik kijken. Ik hou heel veel van Romaanse bouwkunst. Ook Gotiek spreekt mij wel aan. Maar ook moderne, hedendaagse architectuur kan mij bekoren. Neem nou in Antwerpen het MAS (Museum aan de Stroom). Het is een belevenis alleen al om door dat gebouw te dwalen. De wijze waarop daar dingen tentoongesteld zijn, vind ik fabelachtig. Wat ik in het gemeentehuis van Baarle-Nassau bijzonder vind, is de lichtinval. De helderheid van de muren en die mooie strakke lijnen er in, vind ik prachtig. Ofschoon er wel een filosofie achter zit, vind ik het jammer dat het hele binnengebeuren nogal onoverzichtelijk is. Het gemeenthuis van Baarle-Hertog vind ik door zijn soberheid en strakke lijnen heel mooi. De kleur van de buiten gebruikte stenen vind ik niet zo mooi.”
Zijn wandelingen naar Santiago de Compostela
Over zijn twee wandelingen, de tweede keer zelfs heen en terug, is al heel veel gepubliceerd. Bijvoorbeeld in Ons Weekblad. Ook toonde Antoon aan heel veel Baarlenaren een prachtige fotopresentatie op het grote scherm in de aula van het Cultureel Centrum. Antoon bracht, met medewerking van Joep de Jong en zijn drukkerij, een paar prachtige boeken uit over zijn wandeltochten. Daarom gaan we in deze ‘Aon de praot mee’ niet al te diep meer in op zijn ervaringen en belevenissen. Ik vraag hem naar hoogtepunten. “In heel mijn lerarenloopbaan heb ik altijd alles tot in de puntjes willen voorbereiden en regelen. Ofschoon ik voor mijn eerste wandeling de route en mijn uitrusting goed had voorbereid, heb ik stelselmatig geweigerd om ’s morgens al af te spreken waar ik ’s avonds zou kunnen overnachten. Dat was voor mij een heel grote overwinning. Die instelling leverde ook de titel op van mijn eerste boek: Vrij zijn…. Onderweg heb ik intens genoten van alles wat ik zag en tegenkwam. Als ik even op een boomstam zat te rusten en in de bramenstuik tegenover mij zat een nachtegaal zó mooi te zingen, nou, dan belde ik Marijke en liet ik haar mee genieten. Ik heb onderweg geweldige ontmoetingen gehad met inwoners van België, Frankrijk en Spanje en met andere pelgrims van over heel de wereld. Een volgende pelgrimstocht zit er niet meer in. Je wordt wat ouder en ik kijk voortaan op tegen die bergen waar je overheen moet. Zo zwaar! Mijn twee voettochten heb ik bijgeschreven in de rij hoogtepunten van mijn rijke leven. En die koester ik!”
Antoon verveelt zich nog steeds geen moment
Terugkijkend op zijn leven zegt Antoon dat hij nooit nee verkocht als mensen aan hem vroegen om iets te doen. “Voor mijn eigen bestwil had ik wel eens nee kunnen en moeten verkopen. Maar ja, ik wilde mensen eenmaal niet teleurstellen.”
Antoon voelt zich nog steeds vitaal en gezond. Hij wil graag oud worden, want, zegt hij, ik heb nog een aantal dingen te doen. “Ik hou van wandelen, maar doe dat de laatste tijd eigenlijk te weinig. Ik hou van een lekkere hap, met verse producten en een goed glas wijn. Maar, je zult mij nooit aan de alcohol zien omdat ik zo nodig behoefte heb aan alcohol. Het moet wel ergens bijhoren. Een tijd geleden heb ik mijn reukvermogen verloren. Dat is echt een gemis, vooral bij het koken wat ik graag doe. Sinds kort heb ik ook twee hoorapparaten en kan ik gelukkig de vogeltjes weer horen fluiten. Ook mijn beide ogen zijn geopereerd om staar weg te nemen. Dat helpt echt heel veel.
Ik ben begonnen met het ordenen van mijn eigen, grote archief. Daar ben ik zeker nog een paar jaar mee bezig. Wat ik heel belangrijk vind is dat mijn archief straks bewaard blijft. Ik heb namelijk een aantal spullen en gegevens die ík alleen maar heb en die ík alleen maar weet. Ik heb daar binnen die muren van het klooster geleefd en ben de enige die daarvan nog iets kan vertellen. Als ik er niet meer ben, hoop ik dat er dan nog een heemkundekring is die zuinig is op dat soort materiaal. Als ik thuis bezig ben met weet ik wat, dan staat altijd de radio aan of een CD. Het gebeurt, zeker in de zomermaanden, dat de TV weken lang niet aan gaat. Aan een boek lezen kom ik nog te weinig toe.”
Afscheid
Beste Antoon, wat wist jij toch bijzondere gebeurtenissen en interessante dingen over je leven te vertellen. Zo veel zelfs, dat we twee nummers van Van Wirskaante nodig hadden. En dan hebben wij het nog niet gehad over jouw fantastische kennismaking met Baka-Baka, een pygmeeënstam in Kameroen, West Afrika en wat die ontmoeting tot gevolg had!
Je was heel erg open en eerlijk over de inhoud van jouw rijke leven. Een leven met ontzettend veel hoogtepunten, zoals je zelf meermaals opmerkte. We hebben jou nu nog beter leren kennen en waarderen. Ik weet zeker dat onze leden jouw levensverhaal met heel veel interesse en waardering voor jou, zullen lezen.
Namens alle leden van Amalia, bedankt voor dit prachtige interview. Wees er van overtuigd, alle leden van Amalia en velen daarbuiten hopen dat je nog heel lang actief blijft in Baarle. Bedankt voor alles wat je voor onze gemeenschap al deed en nog blijft doen.
Antoon, blijf gezond en blijf genieten van het leven!