Hagenpreken buiten Antwerpen
Om te weten wat de gewone man in 1648 dacht over de bereikte vrede in Münster, moeten we proberen ons te verplaatsen naar zijn leefwereld. Belangrijk is het om de ellende te kennen die aan de vrede voorafging. Laten we daarom eens kijken wat zich tussen 1568 en 1648 afspeelde in het gebied tussen de steden Breda, Hoogstraten en Turnhout, met name in Breda, Ginneken, Chaam, Alphen, Baarle, Meerle, Minderhout, Hoogstraten, Wortel, Merksplas en Turnhout…
1568
– De oorlog breekt uit. Tijdens de eerste helft van de 80-jarige oorlog hebben de boeren het zwaar te verduren. In Hoogstraten kwijnt de wolweverij weg: wevers sterven of wijken uit. Ook de handel ondervindt veel hinder. Hoogstraten is een belangrijke verbinding tussen Vlaanderen en de Hanzesteden. De eerste helft van de oorlog heerst er veel ellende.
– Oorlogvoeren is een seizoenbedrijf: in de winter gebeurt er niets.
– Jonker Jan van Treslong laat hagenprekers toe op zijn hoeve in Minderhout. Zij komen zijn huurders bekeren tot het nieuwe geloof. Van Treslong wordt daarvoor in Brussel onthoofd.
– Heren van Turnhout zijn Maximiliaan van Boussu (1557-1580) en Pieter van Boussu
Pest
1569
– Pest in Turnhout.
1570
– Pest in Turnhout. In het Huis metten Thoren ligt brandhout opgestapeld voor doortrekkende legers van Noord en Zuid. Het huis zelf is vervallen, het lood is verwijderd voor het smelten van munitie.
1571
– Pest in Turnhout.
– Het Minderhoutse kerkgoed wordt in een afgesloten koffer naar Antwerpen in veiligheid gebracht. De koffer wordt pas in 1577 teruggehaald.
– De ontevredenheid over het bestuur van Alva wordt groter omdat deze zijn belastingsplannen weer opvatte (de honderdste penning éénmalig op alle bezit, de twintigste penning telkens bij de verkoop van onroerende goederen en de tiende penning bij het verkopen van roerende goederen).
1572
– Den Briel wordt veroverd op Alva. In Holland en Zeeland breekt een volksopstand uit. De eerste vrije Statenvergadering komt bijeen. De tocht van Prins Maurits door de Zuidelijke Nederlanden mislukt. Don Frederik, de zoon van Alva, gaat in de tegenaanval naar Gelderland en Holland via de Maas. In Alkmaar wordt hij teruggedreven en moet hij Holland verlaten.
1573
– Alva wordt vervangen door Requesens maar veel verandert dat niet aan het gevoerde beleid.
1574
– Middelburg wordt op de Spanjaarden veroverd. Leiden wordt bijna een jaar lang tevergeefs belegerd door de Spanjaarden.
– Hendrik van Bedaff, rector van het H. Sacramentsaltaar in Minderhout is op de vlucht wegens het gevaar. Hij keert pas in 1575 terug.
1575
1576
– Requesens sterft.
– Spanjaarden nemen Zierikzee in.
– De Spaanse troepen zijn al maandenlang niet betaald en beginnen te muiten. Ze kiezen hun eigen leiders, verlaten de bezette plaatsen in het Noorden en trekken naar de Zuidelijke Nederlanden, waar geweldig geplunderd wordt (Spaanse Furie in Antwerpen: 10.000 doden).
– Geert Jan Geerts van Hal in Minderhout wordt “door die van Hollant” gevangen genomen en komt slechts vrij na het betalen van fl 500-0 losgeld.
1577
– Eeuwig Edict afgesloten tussen de nieuwe landvoogd Don Juan van Oostenrijk en de Staten-Generaal: de Spaanse troepen verlaten het land en de katholieke godsdienst zou overal de heersende zijn. Holland en Zeeland verzetten zich. Don Juan verovert het kasteel van Namen waarne katholieken en protestanten de Unie van Brussel sluiten: aanhangers van beide godsdiensten beloven mekaar te beschermen.
– Geen ommegang tijdens de kermis in Hoogstraten.
Philips II van Spanje en Willem van Oranje
1578
– Amsterdam gaat over naar Willem van Oranje. Groei van het Calvinisme werkt de verdeeldheid weer in de hand. Don Juan verslaagt het leger der Staten bij Gemblaux.
– Don Juan sterft. De hertog van Parma wordt zijn opvolger.
– Geen ommegang tijdens de kermis in Hoogstraten.
– De graaf van Bossu valt met een machtig leger in de zomer de Vrijheid van Hoogstraten binnen. De soldaten worden in Hoogstraten en Minderhout ingekwartierd en de oogst van de boeren wordt er volledig vernield.
1579
– Artois en Henegouwen sluiten de unie van Atrecht. Zij verzoenen zich met Parma. Tegelijk sloten de meeste Noordelijke gewesten en de grote steden in Brabant en Vlaanderen de Unie van Utrecht, een militair bondgenootschap.
– Parma is aan de winnende hand. Steeds meer steden in het zuiden worden veroverd.
– Turnhout krijgt soldaten van de prins op bezoek, namelijk op 11 en 15 februari.
– Farnese trekt door Turnhout. Hij is op weg naar Maastricht.
– Geen ommegang tijdens de kermis in Hoogstraten.
– Op 25 oktober valt in Hoogstraten een regiment Spanjaarden binnen, te weten het Tertio van Lombardije van het regiment van Baldens (Z). Ze beroven ook de inwoners van Minderhout van hun gewassen. Er blijft geen “goet, hoey oft stroey” meer over. Alle Minderhoutenaren worden uit hun dorp verdreven. Tien weken lang is iedereen op de vlucht.
Opeisingen
1580
– Groningen, Drente en Overijsel kiezen de Spaanse zijde. Filips II spreekt de ban uit over Willem van Oranje. Hij belooft zijn moordenaar een grote beloning en een verheffing in de adelstand.
1581
– De pastorij van Minderhout wordt door de geuzen van het kasteel van Hoogstraten bijna geheel verwoest. Alleen de grote zaal en een groot deel van het dak blijven overeind. Ook het bos en ander houtgewas, dienstig voor timmerhout, werd afgekapt en bedorven. Ook de volgende jaren zijn er veel verwoestingen.
– Het kasteel van Turnhout valt in handen van de Hugenootse kolonel de la Garde.
– Kasteel Bruheze in Baarle wordt in de zomer ingenomen door 40 misnoegde Spanjaarden, de zogenaamde Malcontenten. Ze laten het door de opgeëiste inwoners van Baarle versterken. Van daaruit ondernemen ze akties tegen Breda. De gouverneur van Breda (Van Stakenbroek) bestookt het kasteel zonder succes met twee kanonnen. Kolonel de la Garde overvalt in opdracht van de Staten van Brabant daarop Bruheze met de ruiterij, voetvolk en kornetten. Na een hevige beschieting volgt de Spaanse overgave.
– Turnhout wordt bezet door het leger van de graaf van Boussu.
– Turnhout is belangrijk voor de Nassaus: het ligt tussen Breda en Diest, twee Oranjesteden.
1582
– Willem van Oranje wordt in Antwerpen gewond bij een aanslag.
– In de zomer valt het leger van De la Garde (Z) binnen in Hoogstraten. De inwoners van Minderhout lijden schade aan hun graangewassen en worden beroofd van hun meubels en beesten. Het leger blijft in Hoogstraten en Minderhout ingekwartierd tot het kasteel van Hoogstraten aan hen wordt overgeleverd. Vanuit het kasteel worden vervolgens plundertochten georganiseerd. De plaatselijke bevolking behoudt pot noch lepel, zelfs geen stukje brood in haar schapraai. Paarden worden afgenomen en zelfs hun schoenen moesten ze afgeven. Vele boerderijen en huizen worden tot brandhout afgebroken. Deze situatie duurt tot in 1583 het kasteel aan zijne Majesteit wordt overgegeven.
– Farnese komt in Turnhout tot een vergelijk met de dolende en uit Spaanse dienst gevluchte Duitse ruiters van paltsgraaf Johann Casimir.
– omstreeks 1582: de St.-Salvatorkapel van Nijhoven brand af. Tot 1606 worden de diensten “onder den blauwen hemel” gedaan.
Graaf Ernst van Mansfeld
1583
– Het leger van de prins (N) neemt het kasteel van Hoogstraten over. Ook Minderhout wordt volledig geplunderd. Slechts weinig goederen of beesten bleven gespaard. Alle huizen, schuren en stallen worden afgebroken door de soldaten en gebruikt als brandhout. In Wortel worden 13 boerderijen afgebrand. Overal worden de gewassen vernield. Het leger rukt verder op naar Diest en overvalt Turnhout: in mei wordt het kasteel belegerd door troepen van graaf Ernst van Mansfeld (Z). Turnhout krijgt daarna een schutsbrief van de prins.
1584
– Prins Willem van Oranje wordt vermoord in Delft. Parma verovert Brugge en Gent. Hij maakt zich op voor het beleg van Antwerpen.
– Op 16 november komt de heer van Balanson (?) met een compagnie ruiters in Hoogstraten aan. Ze verblijven er enkele maanden, lang genoeg om in Hoogstraten en Minderhout iedereen van zijn granen te beroven. En dit ondanks de sauvegarde die men daar onlangs heeft bekomen. Alle inwoners van Hoogstraten en Minderhout slagen op de vlucht: een jaar lang woont er niemand meer. Veel inwoners sterven: van de 70 Minderhoutse huwelijksparen blijven er maar twee in leven. Bij de terugkeer van de overlevenden resten er nog één paard en vier of vijf koeien. Er heerst onnoemelijk veel armoede.
1585
– Antwerpen geeft zich over aan Parma. De val van Antwerpen bracht een vluchtelingenstroom naar het noorden op gang. Maar liefst 40.000 sinjoren verlieten hun stad. De Schelde wordt afgesloten zodat de stad wegkwijnt.
– In juni wordt een nieuwe pastoor voor de parochie Minderhout benoemd. Wegens het oorlogsgeweld arriveert hij pas drie jaar later.
– “Ellendige oorlogsjaren van na 1585”
– Uitbreiding van de ordonnantie tegen de pest in Hoogstraten (was er pest uitgebroken of dreigde er een pestepidemie?)
1586
1587
– Tijdens de oogst valt de graaf Karel van Mansvelt (Z?) met zijn leger Hoogstraten binnen. Op elf dagen tijd verdwijnt de gehele oogst in Minderhout.
– In Minderhout wonen slechts 5 gezinshoofden, allen op het gehucht Hal. Minderhoutdorp, Ybbruggen, den Aert en Bergen Vyffhuysen zijn verlaten. In het dorp staat alleen nog de kerk overeind. Die is volledig verwoest en geplunderd. De altaren zijn stukgeslagen en afgebroken. De klokken zijn gestolen. De kerk heeft geen inkomsten omdat de gronden en velden braak liggen. Het is een woelige tijd.
– In Meerle zijn ongeveer 50 boerderijen onbewoond en gedeeltelijk verwoest. De gronden zijn niet bezaaid. De overgebleven Meerlenaren getuigen op 3 december: “’t dorp is cleyn van inwoonderen, die welcke inwoonderen oic van sobre conditien ende macht syn, mits den affsterven van de ingesetenen, die van miserien ende van den pesten gestorven sijn in grooten getale.”
– In Meer wonen 32 gezinshoofden.
– Wortel telt 14 gezinshoofden. Dertien boerderijen zijn afgebrand tijdens het beleg van het kasteel (1583). Daarnaast zijn er nog eens 25 boerderijen onbewoond en onontgonnen.
1588
– In Minderhout zijn er in totaal 8 huizen bewoond. Twee staan er leeg en maar liefst 61 “hoeven ende woonsteden metter stallingen, schueren ende andere huysinghen zijn afgebroken en afgebrand” sinds 1584.
– Commissaris Georgio Basta (Z?) bezet Hoogstraten met een compagnie ruiters en een regiment Duitse knechten. De inwoners van Minderhout slaan vijf maanden op de vlucht en verblijven in andere dorpen. Alle goederen en beesten worden geroofd en de ruiters en de knechten voorzien zich van het nodige verteer. Geert Jan Geerts van Minderhout verklaart dat hem gedurende deze oorlog o.a. reeds 18 paarden en 24 melkgevende koeien zijn ontstolen. Zijn boerderij op Hal werd door de geuzen tot in de grond afgebrand.
1589
– Filips II maakt de fout Parma zijn werk niet te laten afmaken. Hij mengt zich in Britse en Franse aangelegenheden waardoor zijn positie in de Nederlanden verzwakt: Parma moet elders gaan vechten. Spanje verzwakt financieel. De Staten-Generaal zorgt voor een goede verstandhouding met Frankrijk en Engeland.
1590
– De kerk van Minderhout is volledig verwoest na de lange oorlogsjaren. Het herstel zou duren tot 1604: dan is de kerk opnieuw onder dak.
– Prins Maurits verovert Breda door middel van een list (het turfschip, 3 maart). Het is het begin van een reeks schitterende successen. De stad blijft in handen van de Staten van Holland tot 1625.
– In Turnhout kampeert in september het leger van graaf van Mansfelt. Hij wordt uit het kasteel verdreven door geuzen uit Breda.
Moorden in Zutphen
1591
– Prins Maurits verovert Zutphen, Deventer, Delfzijl, Hulst en Nijmegen.
– De Thornse goederen in de Baronie van Breda worden door de Raad van State belast met de vijfde penning. Later zelfs met de dubbele vijfde penning. Protesten van de abdij brengen in 1609 Prins Maurits ertoe de besturen van de dorpen in de Baronie van Breda de opdracht te geven voortaan van die dubbele belasting af te zien.
1592
– Maurits verovert Steenwijk en Koevorden.
– Half mei houdt graaf van Mansfelt in Turnhout een troepenschouw over meer dan 8.000 manschappen. Eind juni overvallen Staatse troepen o.l.v. Marcelis Backx in de straten van Turnhout het leger van de markies van Varabon.
– Parma overlijdt en zijn opvolgers krijgen de volgende jaren te kampen met geldgebrek en muiterij.
1593
– Maurits verovert Geertruidenberg.
– Op 2 april veroveren geuzen uit het garnizoen van Breda door middel van de list met de “soetelaar” het kasteel van Turnhout. Een soetelaar levert met zijn kar bier aan het kasteel en stopt op de ophaalbrug. Hij stoot een schildwacht in het water. Dit is het sein voor de soldaten die zich verborgen hadden in een nabijgelegen, afgebrande woning. Zij nemen het kasteel in. Vier maanden later worden ze weggejaagd door Mondragon.
1594
– Groningen wordt ingenomen door prins Maurits.
– De pastoor van Alphen, Mattheus Antonii Gorissen van Iersel, moest vluchten voor het krijgsvolk en zat zes weken gevangen in het kasteel van Turnhout.
– De afgebrandde Kapel van den Akker in Minderhout wordt hersteld.
– De kerk van Minderhout staat leeg. De missen vinden plaats in de begijnhofkerk van Hoogstraten.
– Batterijen van prins Maurits bestoken tevergeefs met meer dan 100 kanonschoten het kasteel van Turnhout.
1595
– Minderhout wordt verwoest. Er wonen nog 2 gezinnen.
1596
– De Staten sluiten een verbond met Frankrijk en Engeland.
– In Minderhout verblijven 5 gezinnen.
1597
– Aartshertog Albrecht trekt 4000 man voetvolk en 500 ruiters samen te Turnhout. De troepen staan o.l.v. graaf Varax. De Staatsen bemerken het gevaar: zij vrezen voor een aanval op Breda of Bergen-op-Zoom. Op 22 januari arriveert prins Maurits in Geertruidenberg met 5000 man infanterie, 1000 ruiters, 150 schepen, 80 wagens met ammunitie en voedsel, twee halve kartouwen en twee veldstukken met een bespanning van 100 paarden. Op 23 januari komt een deel van dit leger aan in Ravels. Op 24 januari verlaat Varax Turnhout. Hij vlucht naar Herentals. Het vluchtende leger wordt achtervolgd en verslagen door de Staatsen. Varax sterft tesamen met honderden soldaten, mogelijk zelfs 2000. ’s Namiddags verovert Maurits het kasteel van Turnhout. De Noordelijke vleugel brandt volledig af. Het kasteel wordt vervolgens door beide partijen neutraal verklaard: de benedenvensters en de poort worden toegemetseld, de ophaalbrug wordt afgebroken. Het gebouw wordt verwaarloosd en vervalt tot een ruïne. Het ligt in puin tot na 1649.
– Maurits bevrijdt de Achterhoek en Twente.
– De pastoor van Minderhout moet om veiligheidsredenen vaak uitwijken naar Breda. Minderhout behoorde die jaren bij het dekanaat Breda. De meeste afgebroken en afgebrandde huizen en erven liggen meestendeels nog steeds in vogelwei en onbebouwd. Er wonen thans veertig families.
1598
– Frankrijk en Spanje sluiten vrede. Filips II huwt zijn dochter Isabella uit aan Albrecht van Oostenrijk en schenkt hen de Nederlanden als bruidschat. Bij kinderloos overlijden zouden de gewesten aan Spanje terugvallen. Filips II sterft.
– Het Spaanse leger betaalt zijn soldaten slecht en op twee jaar tijd breken er twintig opstanden uit.
1599
– Het aantal parochianen van Minderhout is zeer klein en de akkers liggen voor een groot gedeelte braak. Minder dan de helft van de kerkinkomsten kan worden geleverd.
Prins Maurits verovert Nieuwpoort
1600
– Muiterij onder de Spaanse troepen.
– Maurits verovert Nieuwpoort.
– In Minderhout en Castelré samen wonen 30 families. Het zijn allemaal zeer arme, geruineerde en verstrooide lieden.
1601
– Spinola verovert na 1600 Oostende. Maurits neemt Sluis in. Spinola bezet Grol in de Achterhoek en Oldenzaal in Twente.
1602
– Italiaanse troepen van het Spaanse leger beginnen te muiten. Twee jaar lang bezetten zij het kasteel van Hoogstraten en roepen er de Unie van Hoogstraten uit. Hun plundertochten voeren hen naar Antwerpen, Namen en Aken. Ze logeren zowel op het kasteel als in de Vrijheid. Elk huis herbergt zo’n 50 à 100 soldaten.
1603
– In Hoogstraten sterven 103 mensen aan de pest: 50 volwassenen, 23 kinderen, 24 soldaten en 6 soldatenkinderen. Het kerkhof ligt vol nieuwe graven zodat er die zomer geen gras wordt verkocht.
– Prins Maurits van Nassau (N) valt met zijn leger Hoogstraten binnen en drijft graaf Frederik van den Bergh (Z) met het leger van de Spaanse koning (de Italiaanse muiters?) op de vlucht. Hoogstraten wordt “verminkt” door het krijgsvolk (N). Het kasteel wordt belegerd en ontzet door graaf Maurits van Nassau. Als gevolg daarvan worden in Minderhout vruchten en granen geplunderd: het dorp wordt volledig geruïneerd. De pastorij met de schuur worden vernield en de pastoor kan zijn belastingen niet meer betalen. Hij vraagt aan de Staten der Verenigde Nederlanden om kwijtschelding voor de jaren 1603 en 1604.
– Op 26 juli trekt een leger van de Hertog van Brabant (Z) van Westmalle naar Hoogstraten. Het bestaat uit 8 à 9.000 paarden en ontelbaar voetvolk.Huizen en veldvruchten worden vernield. Bijna de gehele stad brandt af. Maurits wordt verjaagd. Het krioelt van de wolven in de regio. Er heerst hongersnood.
1604
– Pest in Turnhout.
– Engeland sluit vrede met Spanje.
– De kerk van Meerle wordt geheel verwoest.
1605
– Pest in Turnhout.
Pest, de zwarte dood
1606
– Pest in Ulicoten (tussen 1603 en 1607, wellicht in 1606)
– De Salvatorkapel van Nijhoven is gedeeltelijk herbouwd. Er kunnen terug missen in het gebouw worden gelezen.
– In het Land van Hoogstraten worden de handmolens verboden vanwege de oneerlijke concurrentie met de erkende molens.
1607
– Nederlandse overwinning op de Spaanse vloot bij Gibraltar. Zowel Noord als Zuid verlangen naar de vrede: de oorlogskosten lopen te hoog op en de Zuidelijke Nederlanden verkeerden in een ellendige toestand.
1608
– Minderhout telt 220 communicanten (parochianen boven de 12 jaar). De kerk staat er vervallen bij: ze staat weliswaar onder dak, maar de muren zijn geschoord. De missen worden nog altijd in de begijnhofkerk van Hoogstraten opgedragen. De abt van de St.Michielsabdij betaalt 200-0 tot herstel van de kerk.
Verwelkoming van de Spaanse onderhandelaars
1609
– De Kapel van den Akker in Minderhout wordt heropgebouwd na brand en vernieling.
– Schijnbaar als een voorbereiding op de vrede wordt een 12-jarig bestand gesloten tussen de Staten-Generaal en Albrecht, eerder tegen de zin van Stadhouder Maurits, de militaire leider van de Verenigde Nederlanden. De Republiek voelt zich reeds volkomen onafhankelijk en Maurits vreest dat Spanje zich zal versterken om na het bestand des te krachtiger aan te vallen. Besloten wordt dat iedere partij behoudt wat hij bezit. De handel herleeft en de wolweverij bloeit opnieuw. De stad Hoogstraten lokt weversgezinnen: vier jaar lang moeten de wevers er geen personele belastingen betalen. Het bestand is gunstig voor de plattelandsbevolking.
1610
– Na 20 jaren van herstel wordt de kerk van Minderhout herwijd op 1 oktober. Ook de pastoor van Baarle, Isaäc van de Oudewater, was daarbij aanwezig.
1611
– Mislukte oogst “door de rijm en de kwade luchten”. Volgens de kroniek van Turnhout bevriezen op 10 mei de graangewassen.
– Het kasteel van Hoogstraten wordt voor een periode van tien jaar tot neutraal gebied verklaard.
1612
1613
– De kapel van Ulicoten wordt hersteld.
Maurits en Frederik Hendrik op de paardenmarkt in Valkenburg
1614
– Interne geschillen in de Republiek tussen Holland en de andere gewesten, tussen Oldenbarnevelt (de voorzitter van de Staten-Generaal) en Maurits (de militaire leider), tussen remonstranten (gematigden) en contra-remonstranten (strenge Calvinisten),…
1615
1616
1617
1618
– Oldenbarnevelt en zijn voornaamste medestanders, o.a. Hugo de Groot, worden gevangen genomen.
– Synode van Dordrecht (ook 1619) versterkt de eenheid in de Gereformeerde Kerk. Vervolging der remonstranten.
– In Duitsland begint de 30-jarige oorlog tussen Hervormden en Katholieken, een verwoestende krijg die veel ellende over Duitsland brengt. De strijd begon in Bohemen. Weldra zouden ook de Nederlanden bij de strijd worden betrokken.
1619
– Oldenbarnevelt wordt terechtgesteld, Hugo de Groot tot levenslange opsluiting veroordeeld.
1620
– Slag op de Witte Berg in Praag.
Hugo de Groot
1621
– Oprichting van de Westindische Compagnie (handel)
– Hugo de Groot vlucht van Loevestein naar Antwerpen en verblijft naar alle waarschijnlijkheid in één der herbergen van Loveren in de nacht van 22 op 23 maart.
– De 12-jarige wapenstilstand loopt af op 9 april. Vanaf 13 augustus wordt er opnieuw gevochten. Spinola is daarbij gelukkiger dan Maurits.
– Hoogstraten bekomt een schutsbrief van Den Haag (Maurits, graaf van Nassau). De neutraliteit van het kasteel van Hoogstraten wordt op 23 maart verlengd door bestuurders van Den Haag en Brussel. Op 18 mei echter wordt een kar met twee paarden aangeslagen door het leger van Prins Maurits(N) en meegenomen naar de Demer.
– Overlijden van Aartshertog Albrecht op 13 juli.
– Geen mis in Minderhout met Paasdag en de zondag erna omwille van “den uitgang van de trève” (het aflopen van het bestand). Slechts de derde zondag kunnen de parochianen er hun Pasen houden.
– Op 2 november worden 88 ossen van koopman Willem Stappers uit ’s Hertogenbosch aangeslagen tussen Alphen en Baarle. Soldaten uit het garnizoen van Wouw voerden de dieren naar Geertruidenberg. Stappers slaagde erin de ossen terug in zijn bezit te krijgen. Op 15 november arriveerde hij ermee te Hoogstraten. Hij was toen op weg naar de markt in Lier.
1622
– In Minderhout is er met Pinksteren geen mis “duer beleth van den legher van den Staten van Hollant, die naar het Haghenlant trok”. Op tweede Pinksterdag is het leger weg. Het zijn onrustige tijden: sloten en grendels op de deuren worden vervangen. Op de derde zondag na Bamis is er geen mis omwille van de schrik voor het leger dat te Brecht ligt.
– Geen oogst in Hoogstraten: een afdeling van het Spaanse leger dat voor Bergen-Op-Zoom lag, was naar Brecht afgezakt (soldaten onder de graaf van Anholt).
1623
– Soldaten en een sergeant uit het garnizoen van Tholen passeren Hoogstraten op 29 juli.
– Op 12 oktober wordt de Brusselse deurwaarder Guilliam de Moor in Hoogstraten voor een spion aangezien en door soldaten van het garnizoen van Geertruidenberg meegevoerd.
Ambrogio Spinola
1624
– Tien Minderhoutse kerkschapen worden verkocht “wegens den kwaden tijd van het beleg van Breda”.
– Begin maart passeren ruiters uit de garnizoenen van Bergen-Op-Zoom en Steenbergen.
– Rondzwervende ruiters van het garnizoen van Nijmegen rijden richting Antwerpen (15 juni).
– Van mei 1624 tot mei 1625 ligt de streek ten noorden van Hoogstraten vol soldaten: de Spaanse veldheer markies Ambrosius Spinola (Z) belegert Breda vanaf 28 augustus. Aan het hoofd staan graaf Jan van Nassau (Z) en graaf Hendrik van den Berg (Z). Laatstgenoemde brengt zijn zoon Herman mee om hem de stiel te leren. Gedurende het beleg van Breda verzorgt en bewaakt graaf van den Berg de bevoorrading van het Spaanse leger. Een jaar lang passeren er soldaten met een droge keel en een lege maag. Troepen worden ingekwartierd en dreigend onheil wordt in de mate van het mogelijke afgekocht. (bvb. True, p.40 e.v.)
– Op 28 augustus valt Spinola(Z) onverwacht Ginneken binnen en slaat er zijn hoofdkwartier op. In 17 dagen tijd is Breda omsingeld. Drie weken lang brengt Maurits(N) met zijn leger in Made door. Daarna wijkt hij uit naar Roosendaal. Eind 1624 vertrekt hij naar Den Haag.
– Op 2 september vaardigen de Staten van Holland een plakkaat uit dat op 11 september Hoogstraten bereikt: het is verboden eetwaren, munitie, krijgsgereedschap, enz. te leveren aan het leger van de koning van Spanje. Dat is een streep door de rekening van Spinola: die moet zijn bevoorrading zoeken ver in het binnenland. Hij richt daarvoor een groot magazijn op in Lier en drie schanzen tussen Lier, Herentals en Turnhout. Ook in Baarle ligt er een schans ter bescherming van de voorraadkonvooien en van waaruit een bende ruiters de streek controleert..
– Eind september heerst een paniekstemming in Hoogstraten: alle waardevolle voorwerpen worden naar Antwerpen gebracht.
-Op 3 november vallen 1.500 ruiters uit het leger van graaf Salazieren en graaf Hendrik van den Berge (Z) Castelré binnen. Zij nemen deel aan het beleg van Breda. Twee hoeven branden af. Bij Jan Adriaen Ancems bedroeg de schade 600 gulden en bij Marten Anthonis Straetmans 1.300 gulden.
– Hoogstraten betaalt belastingen aan beide strijdende partijen. Een wachter op de kerktoren luidt de stormklok telkens er een groep ruiters nadert. De poorters vluchten dan met hun vee, meubelen en andere goederen in de kerk of de schans. De stormklok houdt op met luiden als de ruiters in de Vrijheid zijn aangekomen. Per kist in de kerk moet drie gulden stadsbelasting worden betaald.
– Pest in Turnhout.
1625
– Het ellendigste jaar uit de geschiedenis van Hoogstraten, een echt rampjaar. Bijna dagelijks staan er soldaten, soldatenvrouwen, boden van gouverneurs en zelfs hogere officieren aan de deur om “gedefroyeert” te worden (om vrijgehouden te worden: eten of drinken, logies of vervoer zonder daarvoor te betalen). Geld of geschenken worden door de stad weggegeven om van verdere onkosten gespaard te blijven. Tot overmaat van ramp breekt de pest uit…
– De bestuurlijke diensten zijn ontregeld. De Minderhoutse kerkmeester heeft geen manuaal “omwille van de kwade troebelen tijd van het leger en de sterfte”. In de kerk van Hoogstraten staan 12 koffers met kleergoed uit Minderhout en 8 uit Castelré opgeslagen.
– Op 4 januari reist Graaf Hendrik van den Berg (Z) van Wuustwezel naar Baarle. Hij werd begeleid door voetvolk onder leiding van kapitein Martijn. De compagnie zorgde voor de bagage van de graaf. Verder waren aanwezig 24 dienaren en de zoon van de graaf.
– Ook geuzen vertoefden ten zuiden van Breda. In Hoogstraten kwam het op 4 januari tot een treffen met een knecht van de kapitein. De knecht werd daarbij in de schouder geschoten. En op 11 februari komt Peer, de keteleer, met 14 man van de Neerzijde (Nederland) in Hoogstraten. Ook op 15 februari vertoeven er 3 soldaten van de Nederzijde.
– Op 5 januari wordt de heer van Berlecom, een neef van graaf van den Berg, met een gebroken been van Hoogstraten naar Baarle gevoerd.
– Op 16 januari trekken troepen van graaf Hendrik van den Berg van Wuustwezel naar Baarle. De graaf, zijn zoon, kapitein Martijn, vier ruiters van markies Spinola, pagen, lakeien en dienaars van de graaf verteerden in Hoogstraten. Ze drinken Spaanse wijn en eten wit brood. Op 17 januari verblijft de graaf in Baarle, vanwaar hij vertrok richting Meersel. Diezelfde dag worden vermoeide soldaten met een kar van Hoogstraten naar Baarle gebracht.
– Op 29 januari wordt krijgsvolk per kar van Hoogstraten naar Baarle vervoerd.
– Op 4 en 5 februari vertoeft graaf van den Berg in Baarle. Daarna is hij in Herentals tot half februari.
– Op 14 februari trekt een konvooi door Meerle naar Baarle. De trommel wordt gehoord tot in Hoogstraten.
– Rond 16 februari leggen de belegerden in Breda een dam aan in de Mark om de hele streek onder water te zetten. De dam brak door waardoor het opzet mislukte.
– Op 18 februari bevindt het Spaanse leger zich ten noorden van Meerle en Baarle. In Minderhout liggen er minstens van april tot juni soldaten.
Graaf Hendrik van den Bergh
– Op 24 februari verblijft Zijn Excellentie graaf van den Bergh (graaf van Bergen-op Zoom?) nog steeds op het fort van Baarle. Vanuit Hoogstraten worden hem bezorgd: een kabeljauw van 35 stuivers, 100 oesters ter waarde van 2-10 en wit brood voor 2-16. In het “mandeken” bevinden zich tevens een partij oesters voor de heren Francquijn en Wyngaerden. Er ligt dan een dik pak sneeuw. Op 1 maart worden twee soldaten aangebracht die bevroren zijn. Op 10 maart ligt de sneeuw er nog. Op 15 maart is het aan het dooien en staan de wegen onder water. Die dag vallen 17 soldaten uit Baarle Hoogstraten binnen en verteren er voor 9-7, uiteraard zonder ervoor te betalen.
– In Breda begint hongersnood te heersen.
– In Turnhout ligt een compagnie onder leiding van kapitein Diercx.
– Op 19 maart liggen er Kroaten in Zandhoven. Ze trekken naar Wechelderzande en Vlimmeren en zouden op weg zijn naar Beek. Die nacht leeft heel Hoogstraten in paniekstemming. Op 20 maart wordt poeder uitgedeeld aan de plaatselijke schutters. Uit het garnizoen van Baarle komen 27 soldaten. Op 21 maart wordt voor het stadhuis een afsluiting getimmerd in paalwerk. Tevens worden graszoden gestoken voor op de toren en op het kerkhof. Op 22 maart kampeert graaf van den Berg te Baarle (de dag voordien in Corsendonk) en zijn troepen in Zondereigen en Wortel.
– Aanhoudend troepenbewegingen in de Noorderkempen. Met het lenteweer nam het bezoek van militairen toe (oorlogvoeren is een seizoenbedrijf). Aan het gasthuis van Hoogstraten wordt een fort gemaakt. Op 25 maart krijgen de twee mannen die ’s nachts op beide uiteinden van de Vrijheid de wacht houden, kaarsen en brandhout.
– Op 26 maart worden brouwketels naar het kasteel van Hoogstraten gebracht om ermee in de behoefte van de ingelegerde soldaten te voorzien. Vanaf 1 mei worden dagelijks twee vaten naar de Vrijheid gebracht in opdracht van graaf van den Bergh, luitenant-generaal van de ruiterij die er maandenlang ingekwartierd ligt. Arbeiders moeten heide maaien voor de paarden.
– Op 1 april komt markies Spinola op inspectie bij graaf van den Bergh. In Hoogstraten heerst een ziekte onder de legerpaarden. Op 3 april liggen er ’s morgens veel dood op straat (ook op 3 en 27 mei, 4 en 19 juni). De hoek van de schans om het kerkhof is omgevallen en wordt door metsers hersteld.
Feestelijke ontvangst van Frederik Hendrik op het buitenhof in Den Haag
– Op 4 april huwt Frederik Hendrik met Amalia van Solms.
– Op 16 april wordt in Hoogstraten de moordenaar van een soldaat opgehangen. Verscheidene mensen worden in de buurt overvallen en “uitgeschud”. Ook in mei zijn de wegen nog onveilig.
– In Den Haag sterft Maurits op 23 april 1625. Hij wordt opgevolgd door Frederik Hendrik.
– Breda geraakt steeds meer zonder munitie en voedsel. Op 2′ mei werden paarden naar Lier en Herentals overgebracht: ze waren niet meer nodig aan het front. Breda zou weldra van uitputting door de knieën gaan. Graaf van den Berg zendt twee karren naar Antwerpen voor proviand en wijn: eens de overgave van Breda een feit is, moet er duchtig worden gevierd. Drie soldaten worden naar Brussel gezonden om te melden dat de overgave van Breda nakend is. In het leger heerst een opgewekte stemming.
– Op 27 mei wordt bericht dat prins Frederik Hendrik (N), die Breda ter hulp is gekomen en bij Dongen zijn kamp heeft opgesteld, zich terugtrekt naar Loon-op-Zand. Hij probeerde vruchteloos de stad te ontzetten. De situatie in Breda is hopeloos: de rantsoenen brood en meel zijn bijna uitgeput. Veel inwoners sterven van honger en pest.
– Op 29 mei mag graaf van den Berg met de inwoners van Breda onderhandelen over de overgave van de stad. De Hoogstraatse schepenen vragen Van den Berg om de plakkaten welke de toevoer van levensmiddelen naar het Spaans leger verbieden, voor wat de Vrijheid betreft, te doen opheffen.
– Na negen maanden belegering worden op 2 juni de vredesvoorwaarden aanvaard en het verdrag ondertekend. Op 5 juni trekken de troepen van de koning van Spanje Breda binnen. Op het schilderij van Velasquez “Las Lanzas” pronkt de ruiterij van graaf van den Berg met haar lange lanzen. Op 6 juni wordt Aartshertogin Isabella plechtig onthaald op het stadhuis van Breda. Tot 1637 zou Breda in handen van de Spaanse koning blijven. Reeds op 6 juni begonnen de troepen zich terug te trekken. In Hoogstraten passeerde de hertog van Anholt. In de Republiek is iedereen diep onder de indruk van het verlies van Breda.
– In mei en juni sterven in Hoogstraten 24 personen waaronder een aantal soldaten en edelmannen. Men spreekt er over “de ziekte van Mansfeld”. Graaf van Mansfeld is namelijk met een aanzienlijk leger de Staten van Nederland ter hulp gesneld. Zijn leger bestaat uit Engels gepeupel. Het zijn brutale kerels, die de kiemen van vreselijke kwalen in zich dragen. Waar ze logeren, worden mensen aangetast. Ongeveer de helft van de zieken komen om het leven. Ook in Hoogstraten en omgeving passeren al maandenlang Mansfelders.
– Op 7 juli passeert Aartshertogin Isabella Hoogstraten met een aanzienlijk leger. Ze reist van Breda richting Brussel. Voor haar wordt tinnen eetgerief aangevoerd.
Pest
– In Hoogstraten sterven vanaf 15 juli zes weken lang elke dag mensen aan de pest. Dagelijks passeren er zieke soldaten. Ook veel paarden komen om het leven. Meester chirurgijn Adriaen en de andere dokters verlaten de stad en vluchten met de schout, de drossaard en enkele schepenen (het rijke volk) naar Antwerpen. Drie schepenen sterven en de vorster is al sedert 17 april dood en niet vervangen. Pastoor Jan Verpoorten reist kort na 20 juli naar Mechelen om daar te sterven van de pest. Zijn opvolger Antonius van Mol houdt het na twee weken voor bekeken. Eerst op 13 september komt er een nieuwe pastoor, Jan van Issem. Op 7 oktober wordt ook hij aangetast. Twee dagen lang lijdt hij aan een neusbloeding waarna hij overlijdt. Zonder burgerlijk en geestelijk gezag is de situatie onhoudbaar in Hoogstraten.
– Burgemeester Marten van Geel roept de hulp in van vrouw Aertssen, een pestmeesteres uit Zundert. Voor haar komst zijn er al 97 doden begraven (normaal 20 doden per jaar). Vanaf 19 augustus zal ze om de andere dag naar Hoogstraten komen om de zieken te verzorgen. De Minderhoutse vorster Lenaert en Peeter Hansen helpen haar daarbij. Ze verkocht elke patiënt drankjes voor een bedrag van 2-10. Uit die tijd is een Hoogstraats recept tegen de pest bewaard gebleven: “Men neme voor 2 stuiver olie van anijs, jeneverbessen en zoete amandelen. Meng met wijn of brandewijn en ga dan zitten voor een heet vuur, gestookt met eikenhout, totdat het zweet uitbreekt en kruip dan onmiddellijk in bed.” Hete wijn wordt wel vaker voorgeschreven tegen de pest. De landdeken, E.H. Ivo Van den Heuvel van het Turnhouts begijnhof, schrijft gebeden voor tegen de pest. Op 22 september komt vrouw Aertssen afrekenen. Er wordt haar 45 gulden betaald voor bewezen diensten. Bij haar vertrek is de pest nog niet verdwenen. Er zijn dan al 111 doden begraven.
– In Minderhout sterven 95 parochianen, waarvan 83 aan de pest (gemiddeld sterven er jaarlijks 6 inwoners), een soldaat en een soldatenvrouw. Verder sterven aan de pest ook een edelman uit het leger, een soldaat en een soldatenvrouw. De pest breekt uit op 19 juli. Geen dokter of geneesmiddel vermag er iets tegen. Iedereen, uren in ’t ronde, is in paniek. Niet zonder reden, want ook Wortel, Meerle, Ulicoten, Baarle en Turnhout worden door de pest getroffen. Twee derden van de landerijen blijven onbebouwd, renten kunnen niet meer worden betaald en armoede heerst overal. In Turnhout is het stadsbestuur de stad ontvlucht en vergadert tijdelijk in Vosselaar.
– In Baarle vallen er in in de tweede helft van1625 maar liefst 91 doden te betreuren. Ook pastoor Cornelius de Graeve wordt besmet bij het bezoeken van een pestlijder en sterft aan de gevolgen. Ook de eerste maanden van 1626 sterven er veel mensen: 151, waarvan 54 in januari en februari.
Pestdokter
– Meerle telt geen 500 inwoners meer (1.260 omtrent 1525)
– Twee karren brengen op 20 juli gekwetste soldaten van Baarle naar Hoogstraten. Graaf van den Berg vertrekt met zijn troepen eind juli, waarna het terug wat rustiger wordt in de regio.
– Een konvooi trekt op 10 augustus over Hoogstraten, Wortel, Castelré en Meerle naar Breda. Onderweg wordt overal vreselijk geplunderd. Een ander konvooi stoot in Hoogstraten een zieke soldaat van de kar. Soldaten van het kasteel zorgen ervoor dat de zieke met het konvooi verder trekt
– Op 14 augustus sterft in Casteré Jan Janssens aan de pokken. Zijn vrouw sterft aan dezelfde ziekte op 17 september. Op 17 augustus breekt in Castelré de pest uit.
– Op 5 oktober vertrekt het garnizoen uit het kasteel van Hoogstraten. De stad is verlost van de laatste troepen. Wel trekken nog regelmatig konvooien voorbij. Daarom wordt er een wacht op de toren gezet. Op 6 oktober wordt een akte bezorgd voor de gouverneur van het kasteel waarbij het kasteel tot neutraal gebied wordt verklaard.
– De contributie van het Land van Hoogstraten wordt in Den Haag kwijtgescholden. De bode vertrekt op 8 september en keert terug op 13 oktober.
– Op 19 oktober passeert een troep soldaten uit Breda met twee groepen van de vijand. Die hebben ze verslagen en worden op wagens meegevoerd.
– Op 28 oktober bekomt Hoogstraten voor 15-0 een Hollandse Sauvegardebrief voor de periode van een half jaar.
– Op 3 november wordt de Vrijheid overvallen door 30 soldaten uit Breda die voor 10-6 verteren.
– Op 13 november wordt er een akkoord bereikt met Laureys de dekker, die zich bereid verklaart de zorg voor de pestzieken in het gasthuis op zich te nemen. Zijn vergoeding bedraagt 7-0 per week en brandhout voor eigen gebruik.
– Op 12 december wacht kapitein van der Laenen een groot konvooi op in Hoogstraten. Hem wordt een stoop wijn geschonken in de hoop dat hij het konvooi buiten op de Dijk zou laten halt houden en dat zo het volk uit de huizen zou blijven.
– Op 14 december worden in Hoogstraten 600 man voetvolk ingekwartierd. Zij namen hun intrek in de leegstaande huizen om te voorkomen dat ze met pestzieken in aanraking zouden komen. De soldaten eisen 4 tonnen bier en 100 grote broden. ’s Anderendaags is er voor de burgers geen brood of bier meer te krijgen.
– De totale uitgaven voor de stad Hoogstraten belopen voor het jaar 1625 maar liefst 4368-6. Het logies van graaf van den Berg alleen al kost 268-12 aan bedden, lijnwaad, tafels en stoelen. Ook de graaf van Ritberch, de graaf van Emden en graaf Jan van Nassau logeren een nacht in Hoogstraten. Vanaf 1632 vecht graaf Van den Bergh aan de zijde van Frederik Hendrik.
1626
– In Minderhout heeft de kerkmeester nog steeds geen manuaal omwille van “de kwaden troebelen tijd”. In de kerk van Minderhout worden koffers en graan bewaard.
– Nog een aantal pestdoden in Hoogstraten(?).
– Op 12 maart komt de schepenbank van Hoogstraten voor de eerste keer na de pesttijd opnieuw bijeen. Normaal bestaat ze uit 15 personen, waarvan er nog slecht 4 overschieten: de burgemeester, twee schepenen en één gezworene. In de stad wonen nog 14 gezonde werkende mannen, . Op 20 april werd een telling gehouden. Er verblijven dan 21 gezinnen, o.a. arme ambachtslieden (o.a. kleermakers, kuipers, schoenlappers en metsers), handwerkers en behoeftigen die van aalmoezen moeten leven, enz. In totaal zijn er 70 communicanten (bewoners boven de 12 jaar, dienstboden niet meegerekend), waarvan slechts14 gezonde werkende mannen. Niet meer dan 8 bunderen land zijn bezaaid (672 are). Slechts 27 huizen zijn bewoonbaar, de andere zijn afgebroken of dreigen bij de minste storm ineen te storten. Deze schamele bevolking wordt nog dagelijks lastig gevallen om eten en drinken en soms met geweld uitgeschud en beroofd door de militaire konvooien die vanuit Lier of Herentals optrokken naar Breda.
– Opmars van Frederik Hendrik: Oostelijk Twente wordt veroverd.
Frederik Hendrik, prins van Oranje
1627
– Slechts geringe inkomsten voor de pastorie van Minderhout
– Omwille van de schade door het leger van Breda worden in Minderhout de renten van de vorige jaren kwijtgescholden. Daarna verbeterde de toestand.
– Nog één pestdode in Hoogstraten.
– Frederik Hendrik verovert de Achterhoek.
1628
– Piet Hein verovert de Spaanse Zilvervloot waardoor Spanje in financële moeilijkheden geraakt. Dat begunstigt de aanval van Frederik Hendrik op Brabant en Limburg.
1629
– Inname van ’s Hertogenbosch door 120.000 soldaten van Frederik Hendrik na een lang beleg en na pogingen van de Spanjaarden om met behulp van de keizerlijke troepen de stad te ontzetten.
1630
1631
– De tijden beteren: in Minderhout blijven slechts 6 korenrenten onbetaald.
1632
– Venlo, Roermond en Maastricht worden veroverd op Spanje. Een krachtige poging van Spanje en de keizer om Maastricht te ontzetten, mislukt.
– De Baarlenaren vragen de bisschop van Antwerpen om hulp bij de verdere heropbouw van de St-Salvatorkapel (afgebrand omtrent 1582). In 1648 is de heropbouw voltooid.
– Graaf Van den Bergh kiest met zijn leger de zijde van Frederik Hendrik.
1633
1634
1635
– De Verenigde Nederlanden sluiten een verbond met Frankrijk om de Spanjaarden ook uit de Zuidelijke Nederlanden te verdrijven.
1636
– Retorsieperiode begint in de Meierij van ’s Hertogenbosch: Noordelijke troepen overvallen menigmaal burgerlijke en geestelijke overheden, die gevangen worden genomen. Na de overval kunnen de gijzelaars worden vrijgekocht. Drie jaar lang leven de pastoors ondergedoken. De pastoor van Hoogstraten leeft ondergedoken: hij is niet gevlucht. Uit de naburige dorpen (bvb. Minderhout) worden dopelingen bij hem gebracht: daar zijn de pastoors gevlucht.
Spaanse soldaten
1637
– De pogingen om de Spanjaarden uit de Zuidelijke Nederlanden te verdrijven, mislukken. Alleen enkele grensvestingen worden ingenomen: Breda komt terug in handen van de Staatsen. Antwerpen kon niet worden veroverd en Roermond en Venlo vielen terug in Spaanse handen.
– Retorsieperiode.
1638
– Retorsieperiode. Maar liefst 13 Minderhoutse dopelingen worden naar de pastoor van Hoogstraten gebracht. In 1638 hield de retorsie op en keerde de pastoor van Minderhout terug.
1639
– Belangrijke Spaanse troepenversterkingen worden op zee bij Duins verslagen door admiraal Tromp.
– Voltooiing van het raadhuis van Baarle-Nassau an de Singel.
1640
– Verbouwing van de kerk in Baarle.
1641
1642
Kasteel Bruheze in Baarle wordt “uijt sijn ruinen ende water met sijn torens” heropgebouwd door schout Adriaan Verelst.
1643
1644
– Sas van Gent wordt door Frederik Hendrik veroverd.
1645
– Hulst wordt eveneens veroverd.
1646
Oorlogshandelingen
1647
1648
– “Articulen en conditien van den Eeuwigen Vrede geslooten tusschen den Groot-machtigen Koninck van Hispaignen/etc. ten eender/ ende de hoog-mogende Heren Staten Generael der Vereenigde Nederlanden/ ten ander zijde onderteijckent en bezegelt den 30sten januarij 1648 Tot Münster…” De Republiek wordt een geheel zelfstandige, vrije staat. De grens wordt getekend op basis van de frontsituatie. Ook in 1830 wordt de grens opnieuw getrokken op basis van de frontsituatie op het einde van de 80-jarige oorlog.
– 15 mei: beëdiging van de vrede in Münster
– 6 juni: groot volksfeest
– 16 juni: bij verordening worden de kerken gesloten en eigent de Prins van Oranje zich alle kerkelijke goederen en kerken van de Baronie van Breda toe. Schout Adriaen Verelst komt namens de prins beslag leggen op alle kerkelijke goederen onder de Baronie van Breda, dus ook in Baarle-Nassau.
– De calvinistische karavaan poogt op 2 juli de kerk van Baarle-Hertog sluiten, wat voorkomen kan worden door onderpastoor Gerardus Van Herdegom, witheer van Tongerlo (°Mechelen 28 april 1617, +Baarle 3 oktober 1675). Van Herdegom was een bekende geschiedschrijver. Hij schreef reeds vóór 1648 zijn Diva Virgo Candida (De blanke H. Maagd), in 1650 op 531 pagina’s gedrukt te Brussel.
– Op 3 juli 1648 vindt een calvinistische beeldenstorm plaats in de zopas heropgebouwde Salvatorkapel van Nijhoven. Nadat de rabauwen beelden en schilderijen hebben vernield, proberen ze het 15de eeuwse houten kruisbeeld van de Calvarieberg kapot te trappen. Het blijkt echter te sterk. Door de inwoners wordt de “onteerde Christus” in veiligheid gebracht in de Remigiuskerk.- 24 oktober: vrede met Frankrijk
– Religieuzen en begijnen ontvluchten de Republiek. Velen komen naar Turnhout en Hoogstraten.
– Einde van de wolnijverheid in Hoogstraten. Verder verval der Zuidelijke Nederlanden: de Schelde blijft gesloten. Een grensgebied is nadelig voor de handel (éénrichting). Het is er ook altijd onveilig.